Die man, dat is Wouter Stips, kunstenaar van beroep. Ze leerde hem kennen op de Academie voor Expressie. Hij was haar docent. En twaalf jaar ouder. ‘We zaten in verschillende fases. Eerst was ik een student en had hij al de nodige levenservaring opgedaan, ik had weinig geld en hij een goed salaris. Zo tussen mijn dertigste en vijftigste gingen we redelijk gelijk op, daarna begonnen die fases zich weer duidelijker af te tekenen. Wouter wilde het rustiger aan gaan doen, terwijl ik daar nog helemaal niet aan toe was. Inmiddels merk ik dat ook bij mij het ‘heilige moeten’ begint te verdwijnen en zitten we weer op één lijn.’
Natuurlijk is de gedachte wel eens in haar opgekomen dat ze er op een dag – afkloppen – alleen voor komt te staan. Een mens lijdt het meest om het lijden dat hij vreest, maar toch… ‘Ik ben gewoon heel slecht in afscheid nemen. Dat gaat van afwasborstels tot vrienden.’
Het is een ’programmering’ die grotendeels door haar innige relatie met haar moeder, Philli Viehoff, tot stand is gekomen. ‘We maakten zo sterk deel uit van elkaars leven dat ik me wel eens afvroeg: zijn dit nu mijn- of háár gedachten? Ze is negentig jaar geworden, overleden in 2015. Ik heb het daar erg moeilijk mee gehad. Ken je het gedicht van Annie M.G. Schmidt, ‘Zonder jou’? Dat begint met de regel: ‘De wereld is zo wonderlijk leeg zonder jou’. Dat gevoel had ik heel sterk. En heb ik nog. Soms.’