Isa Hoes denkt dat ze 92 wordt | ANBO-PCOB

Zonder ouderen stort het vrijwilligerswerk in

Lees meer

Afdelingen ANBO-PCOB

Lees meer

Isa Hoes denkt dat ze 92 wordt

Actief en betrokken

07 juni 2024

isa-hoes-interview-anbo-pcob
Hero background icon

Isa Hoes is er altijd van uitgegaan dat ze 92 zal worden. Zelfs de diagnose borstkanker die in april 2021 werd gesteld, bracht die overtuiging nauwelijks aan het wankelen. Ze noemt het een ‘wake-upcall’. “En het lijkt wel alsof ik door mijn ziekte ook enigszins met mijn moeder in het reine ben gekomen”, zegt ze in een uitgave van ANBO-PCOB.

Er zijn twee grote ‘voor- en na-momenten’ in het leven van Isa Hoes: het zelfgekozen levenseinde van Antonie Kamerling, haar grote liefde, in 2010 en – elf jaar later – het moment waarop werd vastgesteld dat het knobbeltje in haar rechterborst inderdaad kwaadaardig was. “De eerste aardverschuiving kwam van buitenaf, de tweede ontstond hier, van binnen, in mijn eigen lijf. Het was erg eng, een regelrechte schok, maar weet je wat ik het allerzwaarst vond? Merlijn en Vlinder (haar kinderen, red.) te moeten vertellen dat ik kanker had. Hoe kon ik hun zoiets aandoen? Moesten ze dan nóg een ouder verliezen? Dat zei ik ook tegen de arts in het Antoni van Leeuwenhoek-ziekenhuis: ‘Ik kan helemaal nog niet dood!’”

Getraumatiseerde moeder

“Het kan haast geen toeval zijn dat ik een tijdje terug door War Child werd gevraagd mee te werken aan Oorlog is erfelijk. Ik weet niet of ik vóór de kanker ook ja zou hebben gezegd. De opnames waren heel zwaar, ik ben in geen tijden ergens zó nerveus voor geweest. Het was voor het eerst dat ik iets prijs durfde te geven wat zo privé, zo pijnlijk was: de gecompliceerde relatie met mijn joodse, door de oorlog getraumatiseerde moeder.”

Stuk zachter

Haar moeder heeft in de jaren negentig meegewerkt aan het grote getuigenissen-project van de Amerikaanse regisseur Steven Spielberg. “Ik had al de kans gekregen om het interview met haar in het Joods Museum te bekijken, maar door onhandigheid – of ongeduld, ik weet het niet – heb ik er toen maar een deel van meegekregen. Dit keer heb ik alles, van het begin tot het einde, gezien. Toen het licht aanging, voelde ik vooral compassie en dacht: ach, waarom heb ik het toch zo moeilijk gehad met jou? Dus ja, er zijn dingen veranderd; het lijkt wel alsof ik door mijn ziekte ook enigszins met mijn moeder in het reine ben gekomen. Is het erg als iets nooit helemaal goedkomt? Nee toch? Misschien dat ik straks, als ik op mijn 92ste mijn ogen sluit, nog altijd denk: ik heb bij mijn moeder nooit echt helemaal mezelf kunnen zijn. Maar dit, wat ik nu voel, is al zó fijn: het is een heel stuk zachter geworden tussen ons.”