Op het moment dat de telefoon gaat, is mevrouw Hamersma niet in haar beste doen. Haar man is opgenomen in een verzorgingstehuis en ze voelt zich somber. Als ze opneemt, gaat de man aan de andere kant van de lijn meteen van start met zijn verhaal. ‘Hij vertelde me van de politie te zijn en liet weten dat er in de buurt was ingebroken. Er was één verdachte opgepakt, maar een andere liep nog rond.’ De ‘politieagent’ waarschuwt haar dat er ook bij haar op elk moment ingebroken kan worden. Hij vraagt of ze geld of sieraden in huis heeft en adviseert haar om alles van waarde op tafel te leggen, zodat een andere agent het kan komen ophalen en veilig kan bewaren. ‘Ik kon op dat moment geen nee zeggen, er zat zoveel druk achter.’
Een behoorlijke schadepost
Een paar minuten later wordt er aangebeld. Er staat een man voor de deur die uitlegt dat hij een agent in burger is, en dat hij haar waardevolle spullen komt ophalen. ‘Hij nam 3000 euro, wat sieraden en mijn mobieltje mee. Pas toen hij de deur uit was, wist ik: dit klopt niet.’ Bij de buurman belt mevrouw Hamersma de politie en hoort dat ze vermoedelijk is opgelicht. Haar wordt aangeraden om zo snel mogelijk haar pinpas te blokkeren. ‘Ik deed dat meteen, maar er was al 1900 euro opgenomen van de bank.’ De schade is dus behoorlijk en het vervelende is dat de inboedelverzekering deze vaak niet vergoedt.
Veiligheidscheck en goede raad
Ook haar gevoel van veiligheid is mevrouw Hamersma kwijt. ‘Ik had er zoveel last van. De politie raadde me aan om contact op te nemen met Stichting Slachtofferhulp, maar de wachttijd was lang. Mijn zus heeft toen ANBO-PCOB ingeschakeld.’ Consulent Leo Sakko komt langs. Hij controleert alle sloten (‘die zagen er goed uit’) en legt uit hoe babbeltrucs werken. Dat het altijd snel moet, maar dat je daar nooit akkoord mee moet gaan. Leo: ‘Ik adviseerde haar ook om een volgende keer zo’n gesprek meteen te beëindigen of te zeggen: ik neem eerst contact op met de politie en dan kijk ik of ik u nog verder te woord wil staan.’
Schuldgevoelens zijn onnodig
Leo weet dat dit soort oplichters gehaaid zijn. ‘Kijk ook altijd eerst wie er bij je aanbelt, via een raampje of camera. En wat ik zelf doe als er een vreemde voor de deur staat, is mijn voet achter de deur zetten zodat die ander de deur niet verder kan openen.’ Maar Leo’s belangrijkste advies is wel om je niet schuldig te voelen. ‘Oplichters zijn zo gewiekst dat het iedereen kan overkomen.’
Mevrouw Hamersma vond het heel prettig dat Leo langskwam, de veiligheidscheck deed, wat meer vertelde over babbeltrucs en een informatiemap achterliet. ‘Daardoor kon ik me weer veilig gaan voelen in mijn huis. En als er nog eens een vreemde met een raar verhaal komt, zal ik eerst de politie bellen. Maar hopelijk overkomt me dit nooit meer.’
Wilt u meer weten over babbeltrucs? Luister dan onze podcast-aflevering over dit onderwerp hieronder terug: