Reactie op Prinsjesdag 2025: belasting en toeslagen

Belastingtarief

Het laagste tarief in de schijven van de inkomstenbelasting daalt in 2025 naar 17,80% (was 17,92%). Deze schijf geldt bij een inkomen tot € 41.123 (als u tenminste vóór 1946 geboren bent).

In de tweede schijf stijgt het tarief naar: 37,56% (was 37,48%). Dat tarief is van toepassing op inkomens tussen € 41.123 en € 79.137. Is uw inkomen hoger, dan is het tarief 49,50%. Dat blijft daarmee hetzelfde.

Deze tarieven zijn van toepassing op uw pensioeninkomen.

De heffing van inkomstenbelasting over uw vermogen is ook aangepast. De heffing gaat over fictieve rendement. Het fictieve rendement voor overige bezittingen en beleggingen stijgt naar 7,78%.

Daarnaast daalt het heffingvrij vermogen (dat deel van het inkomen waarover geen belasting wordt berekend) daalt fors naar € 51.396 (in 2025 is dat € 57.684).

Heffingskortingen

Op het totaal van de inkomstenbelasting die u moet betalen, gaat de heffingskorting af. De hoogte van de heffingskorting hangt af van uw leeftijd en uw inkomen.

De algemene heffingskorting voor AOW’ers gaat in 2026 omhoog naar € 1.554 (was € 1.536). Deze korting is afhankelijk van uw inkomen. Is dat meer dan € 29.736, dan is de korting lager.

De ouderenkorting is alleen bedoeld voor mensen die al AOW ontvangen. Deze korting stijgt in 2025 van € 2.035 naar € 2.067. Als uw inkomen meer is dan € 46.002, wordt het bedrag minder.

Bent u AOW’er en alleenstaand, dan hebt u recht op de alleenstaande ouderenkorting. Deze is niet afhankelijk van uw inkomen, dus een vast bedrag. Voor 2026 is dat € 540; € 9 meer dan in 2025.

Inkomensafhankelijke zorgpremie

Op uw AOW en uw aanvullend pensioen wordt inkomensafhankelijke zorgpremie (Zvw) ingehouden. Het tarief daarvan daalt in 2026 naar 4,85%.

Nominale zorgpremie en zorgtoeslag

De premie voor de basisverzekering (nominale premie) Zvw stijgt in 2026 naar gemiddeld € 2.143 per jaar. De maximale zorgtoeslag blijft vrijwel gelijk, € 1.574 voor een alleenstaande, € 3.010 voor een meerpersoonshuishouden.

Huurtoeslag

Vorig jaar was al geregeld dat met ingang van het jaar 2026 meer mensen in aanmerking komen voor huurtoeslag. Afhankelijk van de hoogte van het inkomen kunnen mensen die een huur boven de huurgrens betalen (€ 900,07) ook voor huurtoeslag in aanmerking komen. De verwachting is dat ongeveer 170.000 mensen recht gaan krijgen op huurtoeslag.

Uw portemonnee in 2025

Wij hebben de gevolgen van de hiervoor beschreven plannen voor u doorgerekend. Uiteraard zijn er nog andere ontwikkelingen die niet in deze plannen voorkomen, die uw besteedbaar inkomen kunnen aantasten of verbeteren.

Iemand die alleenstaand is en alleen een AOW-pensioen ontvangt, heeft op basis van de gemelde voornemens in 2026 een kleine € 300 per jaar meer te besteden. Daarbij is rekening met een reguliere AOW-verhoging.

Een alleenstaande met AOW en een aanvullend pensioen van € 5.000 heeft ongeveer € 175 minder te besteden.

Een echtpaar dat beiden alleen AOW ontvangt, heeft ieder ruim € 200 per jaar meer te besteden. Totaal € 400 dus.

Een echtpaar waarvan de één alleen AOW ontvangt en de ander AOW en een aanvullend pensioen van € 5.000, heeft samen ruim € 400 per jaar meer te besteden.

Meer rekenvoorbeelden plaatsen wij binnenkort op deze website.

De verschillende begrotingen en ook het Belastingplan 2026 worden in de loop van het jaar nog in de Tweede Kamer behandeld. Daar kunnen nog wijzigingen plaatsvinden. Onder dat voorbehoud geven wij u deze informatie.

In OuderenWijzer nummer 1 van 2026 komen we uitgebreid terug op de gevolgen van het Belastingplan 2026.