Een staatspensioen zou een pensioen voor ‘rijken en nietsdoeners’ zijn en zou demoraliseren omdat mensen er geen premie voor hoeven te betalen. Toch houdt de Bond voet bij stuk: het doel is een pensioen van de staat, zonder premiebetaling, voor iedere Nederlander van 60 jaar en ouder. Zieltjes winnen voor dit genereuze sociale idee valt niet mee. Politieke tegenwind komt van alle kanten. Want de arbeidersbeweging is er voor de arbeiders, of zelfs alleen voor mannelijke arbeiders, of zelfs alleen voor katholieke, protestantse, socialistische of sociaaldemocratische mannelijke arbeiders. Ambtenaren hebben hun eigen regelingen en voor zelfstandigen is niets geregeld.
Wanneer je een pensioen voor iedereen wil, is het tegen de stroom oproeien. In 1913 komt er een soort staatspensioen voor 70-plussers. Het is verbonden aan speciale regels en het bedrag ligt onder de maximale bedelingsnorm: twee gulden per week voor alleenstaanden en drie gulden voor echtparen. Toch is het een historisch moment.
Begin jaren 20 wordt een petitie gestart die resulteert in 524.898 handtekeningen voor het staatspensioen. Nederland heeft dan zo’n 7 miljoen inwoners, dus dat zijn veel handtekeningen. Wat ontbreekt is steun van politieke partijen en regeringen waarin de christelijke partijen een machtsblok vormen. Begin jaren 20 wordt een petitie gestart die resulteert in 524.898 handtekeningen voor het staatspensioen.
Nederland heeft dan zo’n 7 miljoen inwoners, dus dat zijn veel handtekeningen. Wat ontbreekt is steun van politieke partijen en regeringen waarin de christelijke partijen een machtsblok vormen.
Op zoek naar invloed richt de Bond zich op confessionelen, vrouwen, kleine zelfstandigen en de jeugd. Toneelavonden leveren veel nieuwe leden op. Anno 1940 telt de Bond voor Staatspensionering maar liefst 80.000 leden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog blijken de Duitse bezetters en de Nederlandse Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) voorstander van een staatspensioen. Eindelijk lijkt de Bond het tij mee te hebben, dat wil zeggen voor het kernidee, maar… de foute partij is aan de macht. In 1942 verbiedt de bezettingsmacht de Bond voor Staatspensionering en in dat jaar worden ook de vakbonden en vele verenigingen verboden.
De Algemene Bond van Bejaarden is de tweede bond achter de latere ANBO. Op 23 juli 1945 komen tachtig oudere arbeiders bij elkaar op Rotterdam-Zuid om te praten over de beroerde situatie van ouderen. Na de moeilijke oorlogstijd gaat het deze Algemene Bond om welverdiende rust, hobby’s en het vieren van zilveren en gouden bruiloften. De Algemene Bond kent een bloeiend en gezellig verenigingsleven, waarbij de sociale binding tussen de leden belangrijk is. De leden komen vooral uit het westen van het land, met name Zuid-Holland, West-Brabant, Zeeland en Noord-Holland. In de jaren 60 zijn er 150.000 leden. Bijzonder zijn de zogenoemde ontspanningslokalen waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. De afdeling Den Haag organiseert activiteiten op maar liefst zeven locaties in de stad. Met de welvaart groeit en bloeit de culturele pijler.
De Noodwet Ouderdomsvoorziening van 1947 voorziet in een bescheiden uitkering voor kostwinners die niet in staat zijn een bepaald inkomen te verwerven. Loon en spaargeld worden afgetrokken van de uitkering. De Algemene Bond van Bejaarden protesteert tegen de hoge prijzen voor brood en margarine en tegen de stijgende huren.
Blijdschap is er na de invoering van de AOW in 1957, maar er is ook kritiek op de hoogte van de uitkering. Veel ouderen moeten nog steeds bij hun kinderen aankloppen voor financiële ondersteuning. In 1960 behoort 50 procent van de gesteunden bij gemeentelijke sociale diensten tot de ouderengroep.
Beroemd is de in 1964 door het Centraal Orgaan Samenwerkende Organisaties georganiseerde demonstratie voor een betere en hogere AOW: 25.000 ouderen komen in de Jaarbeurs bijeen. In 1974 volgt de koppeling van de AOW aan het minimumloon. Na driekwart eeuw strijd gaan ouderen meeprofiteren van de economische groei.
In tien jaar tijd komen er 50.000 plaatsen voor ouderen in bejaardenhuizen (die daarvoor nog armenhuizen of rusthuizen werden genoemd). In 1965 wordt het eerste moderne bejaardentehuis geopend. Sinds de jaren 70 is het beleid er echter op gericht om ouderen zo lang mogelijk thuis te laten wonen: maximaal 7 procent mag in een bejaardentehuis wonen, aldus de Nota Bejaardenbeleid van 1975.
De term ‘bejaarden’ raakt uit en er komen woonzorgcentra. Voor de nog thuiswonende ouderen zijn er wijkverpleging, gezinsverzorging, kruiswerk, woonzorgzones en de beroemde aanleunwoningen. De Protestants-Christelijke Ouderenbond (PCOB), opgericht in 1960, richt zich op zorgthema’s. De PCOB is voortgekomen uit het Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV).
Nieuwe tijden vragen om een nieuwe aanpak. Inspraak en voorlichting worden voor de ouderenbonden belangrijk, en ook de scholing van leden wordt relevant. De bonden willen immers invloed uitoefenen, aan de overlegtafels meepraten en bezuinigingen tegenhouden. De ANBO, geformeerd in 1978 uit de twee ouderenbonden, is nu de sterke kracht. Met de actie Ouderen doen Mee richten de ANBO-afdelingen en -gewesten zich op de gemeentelijke en provinciale politiek. In de jaren 90 zijn ouderen overlegpartners in maar liefst 36 verschillende overleg- en adviesorganen, waaronder die van de Sociale Verzekeringsbank, de Ziekenfondsraad en het Breed Indicatie Overleg. Ook de PCOB stelt dat het gaat om meedoen, meedenken en meebeslissen. Je bent nergens te oud voor.
De ANBO-ledenwerfcampagne uit 1997 laat een sportschoen, een fietszadel en een tennisracket zien. Bij de sportschoen staat: ‘Als dit uw pantoffels zijn…’. Bij het fietszadel: ‘Als dit uw leunstoel is…’. En bij het tennisracket: ‘Als dit uw serveerblad is…’. Met andere woorden: ouderen zijn nog volop actief. In 1999 en 2000 zet de campagne De kracht van je leeftijd actieve senioren in de schijnwerpers: tennisveteranen, toneelspelers en managers met kennis en ervaring. Het zijn optimistische geluiden die passen bij eerdere acties, zoals die tegen leeftijdsdiscriminatie.
Op de Landelijke melddag leeftijdsdiscriminatie in 1996 kwamen via de telefoonlijnen van Nieuwspoort zoveel reacties binnen dat de telefooncentrale van het Kamergebouw overbelast raakte. In 2000 is ANBO nauw betrokken bij de oprichting van het Landelijk Bureau Leeftijdsdiscriminatie.
ANBO zet zich in voor ouderen die soms moeite hebben met de digitalisering. Zo worden er in Nederland weliswaar minder fysieke inbraken gepleegd, maar via mobiel, mail en apps worden wel nare babbeltrucs toegepast en digitale oplichting gepleegd. Met de Veiligheids10daagse probeert ANBO zoveel mogelijk senioren te bereiken zodat ze zich hiertegen kunnen wapenen.
Ouderenorganisaties blijven zich ook inzetten voor contact per post, telefoon en met echte mensen achter een loket, zoals bij banken. Tijdens de coronapandemie (2020-2022) is ANBO pleitbezorger van de papieren QR-code, zodat mensen ook zonder smartphone toegang hebben tot activiteiten. Ook moet iedereen laagdrempelig een aanvraag bij het Noodfonds Energie kunnen indienen.
In 2023 praten ANBO en PCOB over verdergaande samenwerking. En een jaar later fuseren ze tot één grote en sterke ouderenvereniging
Met een zorgverzekering en kortingen werven ANBO en PCOB nieuwe leden. Het ledenaantal van de PCOB stijgt tot ruim 96.000 in 2005 en daarna naar ruim 109.000. Het PCOB-project Maak werk van uzelf biedt tussen 2010 en 2015 workshops aan om de kansen op werk te vergroten, vooral voor vrouwen van 50 jaar en ouder.
De ouderenbonden werken veel samen, zoals in het succesvolle project van Unie KBO en PCOB in 2015 en 2016, waarmee bijna duizend ouderenadviseurs werden opgeleid die in het hele land met ouderen in hun eigen omgeving kunnen afspreken. In 2016 gaan de twee bonden het samenwerkingsverband KBO-PCOB aan. Een van de initiatieven van dit verband is het Nationaal Seniorenpanel, dat snel peilingen kan houden om te horen wat er onder ouderen leeft en wat ze belangrijk vinden. Inmiddels heeft het panel meer dan vijfduizend deelnemers.
Eind 2023 kwam er een einde aan het samenwerkingsverband KBO-PCOB en startten de gesprekken tussen ANBO en PCOB over een verdergaande samenwerking. Uiteindelijk fuseren ANBO en PCOB in 2024 tot één grote en sterke ouderenvereniging.
De geschiedenis tot 2000 is ontleend aan het boek De macht van het getal, door E. Smolenaars, ISBN 9789068619416. De periode 2000 tot en met de toekomst is gebaseerd op gesprekken met ANBO-PCOB en aanvullend onderzoek.