Gratis webinars in oktober en november

Levenstestament, Testament en Digitale Nalatenschap

Lees meer

Het pensioenwoordenboek

Tekst: Eric Brendel

Pensioenbegrippen uitgelegd | ANBO-PCOB
Met het nieuwe pensioenstelsel komen er ineens allemaal nieuwe woorden en begrippen voorbij, zoals ‘invaren’ en ‘solidariteitsreserve’, die benoemen hoe ons nieuwe pensioen voortaan werkt. We geven tekst en uitleg bij de belangrijkste begrippen.

Wet toekomst pensioenen

Wet toekomst pensioenen (Wtp) is een Nederlandse wet uit 2023 die het pensioenstelsel herziet om dit toekomstbestendiger te maken. Uiterlijk op 1 januari 2028 moeten de pensioenregelingen bij alle pensioenfondsen zijn aangepast aan de nieuwe wet.

Invaren

Invaren is het omzetten van alle opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten naar de nieuwe pensioenregeling.

Solidaire en flexibele premieregeling

Dit zijn de twee soorten regelingen die in het nieuwe pensioenstelsel mogelijk zijn. In beide regelingen vindt de pensioenopbouw plaats in termen van persoonlijk vermogen (een ‘eigen pensioenpotje’). Ook kan het nabestaandenpensioen in beide regelingen op dezelfde manier worden afgesproken. Verschillen zitten vooral in de wijze waarop de rendementen op de beleggingen worden toebedeeld aan de deelnemers. Daarnaast kunnen deelnemers in de flexibele premieregeling op pensioendatum kiezen tussen een vaste of een variabele pensioenuitkering. In de solidaire premieregeling is alleen een variabele uitkering mogelijk.

Vaste pensioenuitkering

Op de pensioendatum wordt een pensioenuitkering aangekocht met garantie. De hoogte van het pensioenbedrag staat dan vooraf vast en blijft dat gedurende de hele uitkeringsduur. Er wordt geen beleggingsrisico meer gelopen. Door de jaarlijkse inflatie daalt de koopkracht van deze vaste uitkering op den duur aanzienlijk.

Variabele pensioenuitkering

Deze uitkering varieert jaarlijks, omdat zij afhankelijk is van beleggingsresultaten. Er is dus kans op hogere uitkeringen op de langere termijn, zodat het pensioen koopkrachtig blijft (dat wil zeggen: minstens net zo hard meegroeit als het jaarlijkse inflatiepercentage, de feitelijke geldontwaarding). Maar er is ook de onzekerheid dat het pensioen als gevolg van negatieve beleggingsresultaten kan dalen. Dit neerwaartse risico wordt in de solidaire premieregeling gelukkig zo veel als mogelijk opgevangen uit de solidariteitsreserve.

Solidariteitsreserve

De solidariteitsreserve is een gezamenlijke buffer binnen de solidaire premieregeling, bedoeld om financiële tegenvallers op te vangen. Een belangrijk doel is het beschermen van de pensioenuitkeringen tegen dalingen.

Pensioenopbouw

De pensioenopbouw vindt in de nieuwe regeling plaats via een zogenoemde premieovereenkomst. Werknemers bouwen kapitaal op door het afdragen van premies die belegd worden. Deze premies zijn leeftijdsonafhankelijk en gelijk voor iedereen binnen dezelfde pensioenovereenkomst. Iedere deelnemer bouwt zo een persoonlijk pensioenvermogen op, wat zorgt voor meer inzicht.

Actieve deelnemer

Een actieve deelnemer is een werknemer die deelneemt aan een pensioenfonds en daarvoor premies betaalt van zijn of haar salaris.

Slaper

Een slaper is iemand die een aanspraak op pensioen heeft bij een pensioenfonds, maar geen premie meer betaalt en ook nog geen pensioen ontvangt. Bijvoorbeeld omdat die persoon een andere baan heeft.

Actuele dekkingsgraad

De actuele dekkingsgraad is de verhouding tussen het vermogen en de verplichtingen bij een pensioenfonds. Bij een dekkingsgraad van 100 is er precies genoeg geld in kas om de beloofde pensioenen uit te keren. De actuele dekkingsgraad wordt maandelijks vastgesteld en is terug te vinden op de website van het pensioenfonds. In het nieuwe pensioenstelsel wordt niet meer gekeken naar dekkingsgraden.

Doorsneesystematiek

In het huidige pensioenstelsel is de opbouw van het pensioen gebaseerd op deze systematiek. Voor iedere deelnemer bij dezelfde pensioenregeling wordt hetzelfde premiepercentage betaald. Werknemers krijgen voor iedere ingelegde euro aan premie, onafhankelijk van de leeftijd, dezelfde pensioenopbouw. Dat is eigenlijk niet logisch, omdat de inleg van jongere deelnemers veel langer kan worden belegd dan die van oudere deelnemers. Een jonge deelnemer krijgt daardoor ‘te weinig’ opbouw voor zijn inleg en een oudere deelnemer ‘te veel’. In het nieuwe pensioenstelsel wordt deze systematiek afgeschaft.

Indexatie

Indexatie houdt in dat het pensioenbedrag wordt aangepast aan de inflatie.

Nieuwe opbouwsystematiek

In het nieuwe pensioenstelsel wordt nog steeds een vast, leeftijdsonafhankelijk premiepercentage betaald, maar is er geen vaste jaarlijkse opbouw meer. De premie wordt gestort in de pensioenpot van de deelnemer en wordt belegd. Op de pensioendatum wordt uit het opgebouwde kapitaal de pensioenuitkering gestart. Deelnemers krijgen dus een opbouw die past bij de ingelegde premie.

Compensatie afschaffing

De overgang naar een andere opbouwsystematiek in het nieuwe pensioenstelsel leidt tot overgangsproblematiek. Het is het meest ongunstig voor werknemers in de leeftijd van 40 tot 60 jaar die ongeveer halverwege hun loopbaan zijn. Zij hebben de eerste helft van hun loopbaan ‘te weinig’ opbouw gekregen voor hun premie-inleg, maar gaan in de tweede helft van hun loopbaan niet meer ‘te veel’ opbouw krijgen. De meeste pensioenfondsen willen dit nadeel bij het invaren compenseren uit het collectieve vermogen van het fonds.

Indexatie van het pensioen

Indexatie van het pensioen betekent dat het pensioenbedrag wordt verhoogd. Bij volledige indexatie wordt de inflatie bijgehouden. Het doel van indexatie is om de koopkracht van gepensioneerden op peil te houden. Indexatie was een voorwaardelijk recht in het huidige pensioenstelsel. In het nieuwe pensioenstelsel is dit recht niet meer van toepassing; de verhogingen van het pensioen zijn dan afhankelijk van de behaalde resultaten uit de beleggingen.