Gratis webinars in oktober en november

Levenstestament, Testament en Digitale Nalatenschap

Lees meer

De AOW is geen luxe

Pensioen en AOW
De AOW is geen luxe
Hero background icon

De AOW is geen luxe, maar het fundament van ons pensioenstelsel. Snijden hierin is niet verantwoord en niet nodig, het zet ouderen op achterstand.

In verkiezingstijd klinkt het steeds luider: de AOW moet op de schop om kosten te besparen. Dat is een gevaarlijke gedachte. De AOW is betaalbaar, cruciaal voor ouderen en al meerdere keren versoberd. Nog meer snijden ondermijnt het vertrouwen én zet ons pensioenstelsel op losse schroeven.

In 2024 gaf Nederland 52 miljard euro uit aan de Algemene Ouderdomswet (AOW). Dat bedrag zal de komende jaren stijgen, omdat het aantal AOW-gerechtigden snel groeit tot 2040. Daarmee komt de AOW opnieuw onder een politieke en maatschappelijke loep te liggen. Met de verkiezingen in zicht klinkt de roep vanuit sommige politieke partijen om versobering, zodat er meer geld overblijft voor andere uitgaven. Dit lijkt een eenvoudige bezuinigingsmaatregel, maar het is een onverantwoord en onnodig voorstel.

Betaalbaarheid

De dubbele vergrijzing – meer ouderen én een hogere levensverwachting – is een uitdaging. Het mag ook geen verrassing heten; al decennia is bekend dat deze ontwikkeling eraan komt. Toch zijn de AOW-uitgaven als percentage van het bruto binnenlands product (bbp) opmerkelijk stabiel gebleven: 4,2% in 2000, 4,7% in 2012, en 4,6% in 2024. Zelfs nadat de regering in 2023 besloot om bovenop de reguliere indexatie het minimumloon eenmalig extra te verhogen met 8%, en daarmee ook de AOW.

Volgens ramingen stijgt dit percentage in 2040, op de top van de vergrijzing, naar ongeveer 5,6%. Voor een welvarend land als Nederland is dat op te vangen. De discussie moet dus niet draaien om onbetaalbaarheid, maar om een integrale aanpak van de vergrijzing.

Hoger

De suggestie dat de AOW nog verder uitgekleed kan worden negeert het feit dat er al ingrijpende hervormingen zijn geweest. Sinds 2013 is de AOW-leeftijd stapsgewijs verhoogd van 65 naar 67 jaar, in 2028 stijgt het naar 67 jaar en drie maanden. De pensioenleeftijd is hiermee hoger dan in de meeste andere Europese landen.

De partnertoeslag voor jongere partners is in 2015 afgeschaft, en de inkomensondersteuning voor AOW’ers die sinds 2011 bestond is in 2025 volledig afgeschaft. Nog verder snijden ondermijnt het vertrouwen in het stelsel en brengt de bestaanszekerheid in gevaar van een groeiende groep Nederlanders die geen eigen pensioen opbouwen. Dat vertrouwen is juist hard nodig nu we overstappen naar een nieuw pensioenstelsel, waarin meer risico’s bij de deelnemers zelf komen te liggen.

Koopkracht ouderen blijft achter

Volgens cijfers van het CBS profiteerden werknemers de afgelopen tien jaar gemiddeld van een koopkrachtstijging. Voor AOW’ers met een aanvullend inkomen was dat beeld veel minder rooskleurig. De aanvullende pensioenen zijn jarenlang niet verhoogd. Tijdelijke maatregelen, zoals de energietoeslag, boden enige verlichting, maar structurele koopkrachtverbetering bleef uit. Voor veel ouderen betekent dit dat elke prijsstijging direct voelbaar is in hun dagelijkse leven. De AOW is voor hen niet alleen een basisinkomen, maar vaak het enige stabiele financiële anker.

Onzekere levensverwachting

De AOW-leeftijd is gekoppeld aan een stijgende levensverwachting en kan dus alleen maar omhoog gaan in de toekomst. In de huidige wetgeving is het nog niet mogelijk om de AOW-leeftijd te verlagen. Er zijn nu zelfs stemmen die vinden dat de AOW-leeftijd nog sneller omhoog moet.

De stijgende AOW-leeftijd treft vooral praktisch geschoolden en mensen in zware beroepen, die vaak korter leven en fysiek minder lang kunnen doorwerken. Voor hen is een extra verhoging onrealistisch en onrechtvaardig.

Ouderen dragen al steeds meer bij aan de AOW

Door de verhoging van de AOW-leeftijd met twee jaar zijn ouderen langer AOW-premies gaan betalen. Een verdere verhoging van de AOW-leeftijd versterkt dit proces.

Vanaf 1998 is de AOW-premie gemaximeerd op 17,9% en sindsdien niet meer verhoogd. De groei van AOW-uitgaven wordt daardoor steeds meer opgevangen via de algemene belastingen, zoals de inkomstenbelasting. Het was dus al lang voorzienbaar dat in 2024 ongeveer de helft van de AOW-uitgaven hieruit zouden worden gefinancierd.

Steeds meer ouderen werken door na hun AOW-leeftijd. Volgens het Economisch Bureau van de ABN AMRO verdubbelde het aantal werkende 67-plussers tussen 2013 en 2023. Naar verwachting zet deze trend zich voort. Ook ontvangen steeds meer AOW’ers een aanvullend pensioen. Hun belastingafdrachten hierover leveren direct geld op voor de AOW-kas. De ouderen ontvangen dus niet alleen, ze betalen zelf ook steeds meer mee aan de AOW.

Pijler van bestaanszekerheid

De AOW vormt de pijler van ons pensioenstelsel. Voor een groep ouderen is het zelfs het enige pensioeninkomen. Zij hebben zelf geen invloed op de hoogte hiervan, waardoor zij extra kwetsbaar zijn voor inkomensverlies.

Veel Nederlanders bouwen een aanvullend pensioen op via de werkgever. Bij deze opbouw wordt rekening gehouden met de bestaande AOW, de zogenoemde AOW-franchise. Snijden in de AOW verstoort dit evenwicht.

Er zijn ook Nederlanders die niet of nauwelijks aanvullend pensioen opbouwen. Zzp’ers hebben dit bijvoorbeeld vaak niet geregeld. Zij gaan er vanuit dat de overheid een goed basispensioen zorgt. Een versobering hiervan raakt hen direct, zeker de 55-plussers, want die hebben te weinig tijd om alsnog een goed aanvullend pensioen op te bouwen.

De overgang naar het nieuwe pensioenstelsel moet uiterlijk per 2028 zijn afgerond. Hierbij zijn nog veel onzekerheden. Bijvoorbeeld hoe koopkrachtig de nieuwe uitkeringen zullen zijn. Het aanpassen van de AOW in deze overgangsfase vergroot de onzekerheid en maakt het nieuwe pensioenstelsel instabieler.

Wat wél nodig is

In plaats van te tornen aan de AOW, moet de politiek inzetten op een breed plan voor de dubbele vergrijzing, met een horizon tot minstens 2040, de top van de vergrijzing. De kern van dat plan moet bestaan uit drie pijlers: wonen, zorg en inkomen

Door meer levensloopbestendige woningen en wijken te realiseren kunnen ouderen langer zelfstandig blijven wonen. Op het gebied van zorg moet er geïnvesteerd worden in preventie, mantelzorgondersteuning en technologie om zorg betaalbaar en beschikbaar te houden. En de AOW is de pijler van ons pensioenstelsel. Het zorgt voor bestaanszekerheid en rust. Het geeft ouderen de mogelijkheid zich te blijven inzetten voor de maatschappij, als mantelzorgers, vrijwilligers, ondernemers, wijkverbinders. Zo versterken we zowel de Nederlandse samenleving als de kwaliteit van leven van ouderen zelf.

Het beeld dat de AOW op termijn onbetaalbaar wordt, klopt niet. De uitgaven zijn stabiel in verhouding tot onze economie en stijgen beheersbaar naar 2040. Wat Nederland nodig heeft, is niet het afbreken van de AOW, maar het bouwen aan een toekomst waarin ouderen volwaardig en actief deel blijven uitmaken van onze samenleving. De AOW is daarbij geen luxe, maar een onmisbare pijler.

ANBO-PCOB-directeur Anneke Sipkens over de AOW

Volgens Anneke Sipkens, directeur-bestuurder van ANBO-PCOB, is het honderd procent helder: de AOW is betaalbaar, vormt het fundament van het pensioenstelsel en ís al flink versoberd. Verdere hervorming brengt de bestaanszekerheid van ouderen in gevaar en tast het vertrouwen in het nieuwe pensioenstelsel aan.

Lees meer over het lidmaatschap van ANBO-PCOB

Een goede AOW: voor uzelf en voor toekomstige generaties

Steun onze inzet voor de AOW en word lid. Met meer leden staan wij sterker tegenover de politiek. Samen beschermen we wat u heeft opgebouwd.

Gerelateerde artikelen