ANBO-PCOB is van mening dat het concept transitieplan onevenwichtig is. De koopkrachtontwikkeling van de pensioenuitkeringen moet beter worden en het fondsvermogen kan evenwichtiger worden verdeeld.

Proces
ANBO-PCOB heeft zich voor de uitoefening van het hoorrecht in juli 2023 bij de sociale partners van het pensioenfonds gemeld. Alvorens hiervoor te worden toegelaten moest ANBO-PCOB aantonen dat het minimaal 1000 gepensioneerden in het pensioenfonds vertegenwoordigt. Uiteindelijk bleken dit er bijna 700 te zijn. Sociale partners gaven daarop aan toch geïnteresseerd te zijn in de mening van ANBO-PCOB over het concept transitieplan. Geen formeel hoorrecht, maar daarvoor in de plaats een soort fluisterrecht. ANBO-PCOB heeft in april 2024 het concept transitieplan ontvangen, waarna er in mei een gesprek is geweest met sociale partners. Nadat alle vragen van ANBO-PCOB waren beantwoord heeft ANBO-PCOB begin juli schriftelijk een oordeel uitgebracht over het concept plan. Omdat het geen formeel hoorrecht betreft hebben sociale partners hierop geen reactie meer gegeven.

Resultaat
Sociale partners hebben naar aanleiding van het gesprek met ANBO-PCOB enkele tekstuele wijzigingen in het concept transitieplan aangebracht. Verder geen inhoudelijke wijzigingen in de pensioenregeling zelf. In het uiteindelijke schriftelijke oordeel heeft ANBO-PCOB met name aandacht gevraagd voor de koopkracht van de pensioenuitkeringen en een evenwichtigere verdeling van het fondsvermogen.

Koopkracht
In het concept transitieplan is de koopkracht van de pensioenuitkeringen niet opgenomen als doelstelling. Bovendien is in het plan zichtbaar dat de koopkracht van de pensioenuitkeringen op de langere termijn daalt. ANBO-PCOB gaf daarom aan om de koopkracht als doelstelling op te nemen in het plan en aandacht te geven aan een betere koopkracht van de pensioenuitkeringen. Sociale partners hadden eerder al aangegeven als antwoord op vragen van ANBO-PCOB dat ze in het plan aan het fonds vragen om hier nadrukkelijk naar te kijken. Ofwel verzoeken zij het bestuur van het fonds om de beleggingen te optimaliseren, zodat er meer rendement kan worden behaald en de kans op een koopkrachtig pensioen groter wordt.

Evenwichtigere verdeling fondsvermogen
ANBO-PCOB vindt het verdedigbaar dat er in het concept transitieplan vermogen wordt gebruikt voor de compensatie van de afschaffing doorsneesystematiek en het aanleggen van een solidariteitsreserve.

Maar in het plan krijgen gepensioneerden een lager percentage mee van het onderverdeelde vermogen dan de jongeren. De reden hiervan is dat er bij de verdeling wordt gerekend met een 10-jaars spreidingstermijn. ANBO-PCOB vindt dat er geen reden is om gepensioneerden op basis van leeftijd minder van dit vermogen mee te geven en is daarom voor een kortere spreidingstermijn. Juist ook omdat dit vermogen grotendeels is ontstaan uit en door het vermogen dat de gepensioneerden hebben opgebracht. Met een kortere spreidingstermijn wordt het onverdeelde vermogen gelijkmatiger over alle deelnemers verdeeld.

In het concept plan wordt bovendien op geen enkele wijze de bestaande indexatieachterstand meegenomen. Dat vindt ANBO-PCOB een omissie.

Het door ANBO-PCOB uitgebrachte oordeel over het transitieplan kunt u hieronder downloaden. Het transitieplan zelf kunt u op de website van het pensioenfonds vinden.