Pensioenfonds Zoetwaren en pensioenfonds Bakkers

Eindoordeel
Bij het uitoefenen van het hoorrecht hebben sociale partners van de pensioenfondsen ruim aandacht gegeven aan de inbreng die ANBO-PCOB had op het concept transitieplannen. Per saldo heeft ANBO-PCOB geoordeeld dat de concept transitieplannen evenwichtiger kunnen worden ingericht. De koopkracht van de pensioenuitkeringen moet beter en het fondsvermogen kan evenwichtiger worden verdeeld.

Proces
ANBO-PCOB heeft zich voor de uitoefening van het hoorrecht in oktober 2023 bij de sociale partners van beide pensioenfondsen aangemeld. Van het bestuursbureau vernam ANBO-PCOB dat de transitieplannen van beide fondsen vergelijkbaar zijn. ANBO-PCOB hoefde geen representativiteit aan te tonen en werd daardoor direct toegelaten voor het hoorrecht. In februari 2024 is er over de concept transitieplannen een gesprek geweest met sociale partners. Dezelfde maand heeft ANBO-PCOB een oordeel over de plannen aan sociale partners uitgebracht, die op hun beurt in maart hierop een schriftelijke reactie hebben gegeven.

Resultaat
Sociale partners hebben naar aanleiding van het oordeel van ANBO-PCOB in het transitieplan alleen enkele tekstuele aanpassingen aangebracht. Verder geen inhoudelijke wijzigingen in de pensioenregeling zelf. In het oordeel heeft ANBO-PCOB onder andere aangegeven dat de koopkrachtontwikkeling van de pensioenuitkeringen mogelijk beter kan en dat de verdeling van het fondsvermogen evenwichtiger kan.

Koopkracht
In het transitieplan is een koopkrachtige pensioenuitkering niet als doelstelling opgenomen. Dit vindt ANBO-PCOB een omissie in het plan. Het is belangrijk dat de pensioenuitkeringen op de langere termijn de inflatie kunnen bijhouden, ofwel dat het pensioen koopkrachtig is. Dat is immers ook een van de belangrijkste redenen om over te gaan naar een nieuw pensioenstelsel. In het concept transitieplan is slechts sprake van een naar verwachting gedeeltelijke compensatie voor de inflatie. Sociale partners passen het concept transitieplan niet hierop aan.

Evenwichtigere verdeling fondsvermogen
In het plan krijgen gepensioneerden een iets lager percentage mee van het onverdeelde vermogen dan de jongeren. De reden hiervan is dat er bij de verdeling wordt gerekend met een 5-jaars spreidingstermijn. ANBO-PCOB vindt dat er geen reden is om gepensioneerden op basis van leeftijd minder van dit overschot aan vermogen mee te geven. Juist ook omdat dit vermogen grotendeels is ontstaan uit en door het vermogen dat de gepensioneerden hebben opgebracht. Daarom is ANBO-PCOB voor een 1-jaars spreidingstermijn, zodat het onverdeelde vermogen gelijkmatiger over alle de deelnemers wordt verdeeld. Sociale partners geven aan het niet nodig te vinden om het transitieplan op dit punt aan te passen.

De door ANBO-PCOB uitgebrachte oordelen over de transitieplannen en de reacties hierop van sociale partners kunt u hieronder downloaden. De transitieplannen zelf kunt u op de websites van de pensioenfondsen vinden.