Zonder ouderen stort het vrijwilligerswerk in
Lees meerOns standpunt over pensioen
Lees meerWord vrijwilliger bij ANBO-PCOB
Lees meerLees meer over de afdelingen
AfdelingenDe meeste pensioenregelingen hebben een partnerpensioen. Dit is het pensioen dat uw partner ontvangt als u overlijdt. Of andersom, het pensioen dat u zelf ontvangt na het overlijden van uw partner. In de Wet Toekomst Pensioenen (WTP) zijn hierin veranderingen aangebracht. We zetten er een aantal op een rij.
In een pensioenregeling worden nu ongehuwd samenwonenden soms niet gezien als partner voor het partnerpensioen. Als dat wel het geval is dan moet er vaak aan specifieke voorwaarden worden voldaan. Hierdoor is het voor ongehuwd samenwonenden onduidelijkheid of zij recht hebben op een partnerpensioen.
In de nieuwe wet is een uniform partnerbegrip opgenomen. Alle partnerpensioenen krijgen dezelfde definitie van ‘partner’. Voor ongehuwd samenwonende partners gaat er dus wat veranderen. Om als partner in aanmerking te komen moet het gaan om een meerderjarige persoon die met de werknemer een gezamenlijke huishouding voert. Een uitzondering hierop is de persoon die samenwoont met een (groot)ouder, (klein)kind, broer of zus. Een ‘gezamenlijke huishouding’ kan volgens de nieuwe wet worden aangetoond met een notarieel samenlevingscontract of samenlevingsverklaring. Het laatst vermelde document is nieuw in de wet.
In de rest van dit artikel leest u over:
Er komen twee varianten van de samenlevingsverklaring. In de tweezijdige variant verklaren ongehuwd samenwonenden dat ze op hetzelfde adres wonen. De verklaring moet door beiden ondertekend zijn en worden aangeleverd bij de pensioenuitvoerder. Bij de eenzijdige samenlevingsverklaring moet de achterblijvende partner achteraf aannemelijk maken dat er sprake was van een gezamenlijke huishouding op één adres. Dat kan bijvoorbeeld worden aangetoond door het in gezamenlijk eigendom hebben van de woning, als beiden contractant in de huurovereenkomst zijn, of door het hebben van een gezamenlijk kind. Het uniform partnerbegrip gaat er dus voor zorgen dat meer mensen recht zullen hebben op een partnerpensioen.
Let op: ook in het nieuwe stelsel mag de volgende bepaling in een pensioenreglement worden opgenomen: ‘Het aangaan van een partnerschap (bijvoorbeeld door huwelijk) nádat het ouderdomspensioen is ingegaan leidt niet tot het ontstaan van een partnerpensioen.’
In het nieuwe pensioenstelsel wordt het partnerpensioen afhankelijk van het salaris of pensioen. Er komt één regeling, waarbij onderscheid wordt gemaakt in het moment van overlijden:
Werknemers die met pensioen gaan, kunnen straks maximaal 10% van hun pensioenvermogen opnemen als bedrag ineens. Dan wordt wel hun maandelijkse pensioen lager. De mogelijkheid om een bedrag ineens op te nemen geldt alleen voor mensen die met pensioen gaan. Niet voor mensen die al gepensioneerd zijn. Dit bedrag kunt u bijvoorbeeld gebruiken voor een verbouwing of een wereldreis.
Let op: doordat uw inkomen hoger is in het jaar dat u het bedrag opneemt, zou het kunnen dat u meer belasting moet betalen. En het kan ook zijn dat u geen/minder zorg- of huurtoeslag krijgt. De financiële consequenties kunnen dus groot zijn. Op 5 juli heeft (inmiddels demissionair) minister Carola Schouten de Tweede Kamer geïnformeerd dat opname van een bedrag ineens op zijn vroegst mogelijk is vanaf 1 juli 2024 (in plaats van 1 januari 2024).
Direct naar
Lidmaatschap
Ledenservice
Advieslijn
Ons laatste nieuws en voordeel in uw mailbox?
Aanmelden