Na het afronden van haar studie filosofie plaatste Suzanne Biewinga een oproepje aan ouderen in het lokale huis-aan-huisblad. Ze vroeg hun om mee te doen aan filosofische groepsgesprekken over de vraag wat ouder worden voor hen betekent. Tot haar verbazing stroomde haar mailbox direct vol. Negen jaar en 92 gesprekken later promoveerde de nu 71-jarige Suzanne op dit onderwerp. Daarom gaan we bij Suzanne op bezoek. Ze woont in Zutphen, op loopafstand van de IJssel en dichtbij het centrum van de stad. ‘Het late leven’ is een fase waar ze nu zelf middenin zit. Suzanne: ‘Ouder worden verandert wat je wilt en kunt, het verandert je sociale omgeving en je kijk op verleden en toekomst.’
Er zijn nu zoveel ouderen
Uit de grote respons op haar oproepje destijds bleek dat er een enorme behoefte bestaat om met leeftijdgenoten te praten over wat het betekent om ouder te worden in deze tijd. Suzanne: ‘Wat nu anders is dan vroeger, is dat we met zovelen tegelijk ouder worden. Vroeger was je een uitzondering als oudere, nu ben je een van velen. De sociale rol die je vroeger als oudere kreeg – jij bent degene met ervaring – is niet meer vanzelfsprekend, omdat er nu heel veel van die ‘ervaren mensen’ zijn. Bovendien ligt in deze rap veranderende samenleving de nadruk op snelheid en vernieuwing. Levenservaring lijkt, ten onrechte, minder belangrijk.
’Stoomcursus ‘omgaan met verlies’
Wat het ook anders maakt: we worden tegenwoordig zo tegen ziekte en dood beschermd, dat verlies, ziekten en beperkingen steeds langer uitblijven. Daardoor is een decennialange schijnbaar onkwetsbare volwassenheid ontstaan. Ziekte en dood horen in deze periode niet vanzelfsprekend bij het leven, ze zijn een uitzonderlijke en schokkende calamiteit. Suzanne: ‘Dan is er na het zeventigste levensjaar plots een sterke stijging van de sterftegrafiek. Vanaf ongeveer die leeftijd worden ouderen geconfronteerd met een abrupte en nauwelijks te repareren erosie van hun sociale netwerk. Op zich is het mooi dat je een lang leven hebt, maar die laatste periode wordt daardoor wel een soort stoomcursus omgaan met verlies.’





