Gratis webinars in oktober en november

Levenstestament, Testament en Digitale Nalatenschap

Lees meer
Bennekom-bebouwde-kom

Nieuwsbrieven van Stichting Pensioenbehoud

Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud van 18 september 2025

De nieuwe pensioenhervorming komt snel dichterbij en gaat waarschijnlijk op 1 januari 2026 voor de meeste pensioenfondsen van start. Maar die overgang is niet zonder risico’s voor Nederlanders. Op de obligatiemarkt lopen de rentes op, en beleggers verwachten veel onrust. De Nederlandsche Bank waarschuwt dat de overgang de financiële stabiliteit kan aantasten. Voor Nederland betekent dit dat pensioenfondsen miljarden extra kwijt kunnen zijn. Voor miljoenen deelnemers kan dit leiden tot meer onzekerheid over de hoogte en zekerheid van hun pensioen, meldt Bloomberg.

De eerste grote stap komt op 1 januari 2026. Dan schakelen 36 fondsen over naar het nieuwe systeem. Dit gebeurt op een moment dat de markt weinig liquiditeit kent, waardoor schokken harder kunnen doorkomen.

Beleggers zijn voorzichtig
Verschillende vermogensbeheerders waarschuwen voor de gevolgen. BlackRock en Aviva Investors raden aan om voorzichtig te zijn met langlopende leningen. JPMorgan ziet Amerikaanse staatsleningen aantrekkelijker worden dan Europese.

Ales Koutny van Vanguard zei tegen Bloomberg: ‘Er zijn zoveel onbekenden en bewegende delen. Iedereen weet dat het moment eraan komt, maar niemand weet wat de uitkomst gaat zijn. Iedereen probeert zo goed mogelijk positie te kiezen.’

Grote verschuivingen
Nederland heeft slechts zeven procent van de eurozone-economie, maar bezit meer dan de helft van alle pensioenspaargelden in de EU. Pensioenfondsen hebben bijna 300 miljard euro aan Europese obligaties.

Tot nu toe dekten pensioenfondsen hun risico’s grotendeels af met lange renteswaps. Dat zijn contracten die ervoor zorgen dat de fondsen ook bij schommelende rentes altijd genoeg geld hebben om pensioenen uit te keren. In het nieuwe stelsel stappen de fondsen over op zogenoemd life-cycle beleggen. Daarbij hangt de beleggingsmix af van de leeftijd van de deelnemer. Jongere werkenden krijgen meer risico, bijvoorbeeld via aandelen. Oudere deelnemers verschuiven juist naar veiliger beleggingen, zoals obligaties. Omdat er minder behoefte is aan lange renteswaps, worden die posities afgebouwd en verschuift de bescherming naar kortere looptijden.

Tot nu toe gebruikten pensioenfondsen lange renteswaps om zekerheid te hebben over toekomstige uitkeringen. In het nieuwe stelsel geldt life-cycle beleggen: jongeren krijgen meer aandelen, ouderen vooral obligaties. Daardoor zijn minder lange renteswaps nodig en verschuift de dekking naar kortere looptijden. Hierdoor zullen de financieringskosten ook toenemen wordt verwacht.

Markt vreest januari
Op 1 januari 2026 stappen 36 pensioenfondsen tegelijk over naar het nieuwe stelsel. Daarna volgen de overige fondsen in fases tot 2028. Die concentratie kan de markt verstoren, omdat banken en brokers moeite kunnen krijgen om vraag en aanbod in balans te houden.

Rohan Khanna van Barclays waarschuwde tegenover Bloomberg: ‘Hoe het in januari uitpakt is ieders gok, maar de nervositeit zal heel hoog zijn. De markt kan illiquide of springerig worden in zulke situaties.’ Ook Steve Ryder van Aviva ziet risico’s: ‘Als iedereen tegelijk overstapt, wordt het een hete aardappel voor de handelaren die het risico moeten dragen.’

Daniël de Liever is psycholoog, schrijver en ondernemer.

Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud van 1 juli 2025

Met ruim 300.000 deelnemers is Claimstichting PensioenVoldoen.NL de grootste belangenbehartiger van pensioengerechtigden in Nederland. De stichting is ontstaan uit een fusie tussen de Stichting PensioenVoldoen.NL en Claimstichting Pensioenbelangen. Wij werken daarbij nauw samen met Senioren Netwerk Nederland en de Nederlandse Bond voor Pensioenbelangen. Dit samenwerkingsverband vertegenwoordigt gezamenlijk meer dan 500.000 leden en deelnemers, let wel: dit zijn meer dan de leden van alle Nederlandse politieke partijen bij elkaar.

Ons gezamenlijke doel: het opkomen voor de belangen en rechten van pensioengerechtigden bij de invoering van de nieuwe pensioenwet.

Onze inzet

Wij streven naar compensatie voor de geleden indexatieschade door het niet volledig bijhouden van de prijsstijgingen in de periode 2009-2021. Door het uitblijven van compensatie ontvangt u een lager bedrag bij de verdeling van het collectieve pensioenvermogen. Zodra uw pensioen is “ingevaren” in het nieuwe stelsel, vervalt uw schadeclaim. Het is daarom cruciaal om invaren uit te stellen totdat de schade is gecompenseerd of dat bij het berekenen van uw persoonlijke vermogensrekening bij het invaren, uw recht op inhaalindexatie geheel of gedeeltelijk wordt meegenomen.

De Claimstichting is in gesprek met verschillende partijen over een mogelijke collectieve juridische actie. Maar gezien het stadium waarin die gesprekken zich bevinden kunnen daarover geen concrete mededelingen worden gedaan. Dat is onbevredigend en wij realiseren ons dat het de indruk zou kunnen wekken alsof er niets gebeurt. Achter de schermen zijn wij echter druk in de weer om te bezien of er haalbare mogelijkheden zijn de achterstallige indexatie terug te halen.

Uniform Pensioen Overzicht biedt geen garanties

Een in het oog springende gebeurtenis was de uitspraak van de kantonrechter in een zaak tegen de Staat. Het ging om een man die bij het ingaan van zijn pensioen tot de ontdekking kwam dat hij veel minder pensioen kreeg van het ABP dan in zijn jaarlijkse Uniform Pensioen Overzicht (UPO) vermeld stond. Volgens de rechter was de UPO echter geen toezegging die een eigendomsrecht op de vermelde uitkering betrof. Het was een indicatie maar de man kon er geen rechten aan ontlenen. Als het ABP in de berekening van de uitkeringsrechten fouten heeft gemaakt dan is dat jammer maar dat kan niet leiden tot een hogere uitkering. Deze uitspraak is van groot belang omdat bij het invaren van bestaande uitkeringsrechten naar het nieuwe contract waarbij die rechten worden omgezet in een persoonlijke pensioenrekening de feitelijke controle of de juiste omvang van de pensioenrekening worden verstrekt gebaseerd zal zijn op de UPO. Trouwens, dat was ook al zo bij de controle op de uitkering volgens de oude regeling. Het is begrijpelijk dat mensen denken dat de UPO een vaste toezegging is waaraan rechten kunnen worden ontleend. Wij citeren de tekst van de UPO van het ABP:

Voor u ligt uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) 2025 voor gepensioneerden. In dit overzicht ziet u hoeveel ouderdomspensioen u per jaar krijgt. Ook ziet u wat uw partner per jaar krijgt wanneer u overlijdt.“

Nergens in de tekst staat dat het een losse toezegging is, een berekening waarin fouten kunnen voorkomen. Maar de werkelijkheid is dus dat de UPO geen juridisch document is.

Wij krijgen veel vragen over hoe dan straks de toezegging van de UPO wordt omgezet in een persoonlijk vermogen, het fameuze pensioenpotje. De indruk bestaat bij velen dat die pensioenpot berekend wordt op basis van de premie die werd afgedragen en het rendement dat daarop is gemaakt. Maar dat is niet de wijze waarop de berekening plaatsvindt. Op basis van de uitkeringsrechten, de gemiddelde levensverwachting en de risicovrije rekenrente wordt berekend wat het bedrag is dat men meekrijgt. Daarom is de UPO ook van belang voor de mogelijkheid om zelf te controleren of het pensioenfonds het persoonlijke potje goed heeft berekend. Je moet er dan ook op kunnen vertrouwen dat de UPO correct is berekend. Want als er een te hoog bedrag wordt getoond als gevolg van een fout dan zou ook een te laag bedrag in de UPO kunnen staan. Het bedrag van de UPO is nauwelijks te controleren, zeker sinds de middelloonregeling werd ingevoerd. Vooral bij mensen die vaak van baan zijn veranderd is de UPO nagenoeg oncontroleerbaar.

Raakt mijn pensioenpot leeg als ik ouder wordt?

De vraag die we ook krijgen is: maar als ik dan veel ouder wordt, raakt mijn potje dan leeg? Neen, want de bovenstaande berekening is gebaseerd op de gemiddelde levensverwachting. Sommigen zullen korter leven anderen langer. In de nieuwe wet is daar rekening mee gehouden en wordt het potje elk jaar opnieuw aangepast aan de dan geldende levensverwachting. Het is ook niet een stabiel pensioenvermogen, het kan jaarlijks worden aangepast aan de hand van de renteveranderingen en het overrendement dat wordt gemaakt. Weliswaar wordt het vermogen door het pensioenfonds collectief belegd maar de opbrengsten worden ongelijk verdeeld met behulp van toedelingsregels die afgeleid worden van het risicoprofiel dat bij de leeftijd van de betreffende persoon hoort.

Wordt ervoor gekozen om in de betreffende leeftijdscategorie geen enkel risico te nemen dan blijft de uitkering constant. Het nadeel daarvan is dat de uitkering geleidelijk aan koopkracht verliest. Wil men de koopkracht behouden dan is het nodig risico te nemen want dan alleen heeft men recht op een deel van de overwinst. Maar dan is er weer het nadeel dat er jaren kunnen zijn waarin het overrendement negatief is en dat betekent in de meeste gevallen een pas op de plaats. De solidariteitsreserve wordt dan gebruikt om de uitkeringen aan te vullen zodat er geen daling plaatsvindt.

PensioenVoldoen Rekenhulp

U kunt de persoonlijke pensioenpot waar u recht op heeft zelf berekenen maar dan moet u wel enigszins thuis zijn in de wiskunde. De vraag die u moet beantwoorden is: hoeveel vermogen moet er in mijn persoonlijke pensioenpotje zitten om mijzelf gedurende de periode dat ik nog leef maandelijks hetzelfde bedrag uit te laten keren als ik nu ontvang. Stel uw jaarlijkse bruto pensioenuitkering van uw pensioenfonds is € 10.000 en uw levensverwachting volgens de bestaande overlevingstabellen is 15 jaar en de rekenrente is 2,5%. Dan heb u ongeveer €110.600 nodig in uw potje om precies uit te komen. U krijgt dan ieder jaar hetzelfde bedrag. Verhogingen van dat bedrag zijn alleen mogelijk als u mag meedelen in het overrendement van het pensioenfonds maar dan zou een verlaging ook mogelijk kunnen zijn hoewel de solidariteitsreserve u daarvoor kan behoeden.

Op dit moment bouwen we een rekenhulp waarmee u uw eigen individuele pensioenpot kunt berekenen, deze rekenhulp komt beschikbaar op onze website, pensioenvoldoen.nl op 1 september a.s.

Wij blijven voor u aan het werk en houden u op de hoogte!

Met vriendelijke groet,
Claimstichting PensioenVoldoen.NL
Rob de Brouwer, Voorzitter

Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud van 3 maart 2025

Pensioenfonds beleggingen worden gestuurd door politiek

Cultuur onder Vuur publiceerde het volgende verontrustende artikel. Pensioenfondsen bedrijven massaal klimaatpolitiek zonder instemming van hun deelnemers. ABP is de bekendste, maar verre van de enige. Onderzoek van Cultuur onder Vuur laat zien dat 70% van het Nederlandse pensioenkapitaal inmiddels is onderworpen aan het zogenaamde “Klimaatcommitment.” Het plan is zelfs om de gehele financiële sector hier bij wet toe te verplichten.

Wat is het Klimaatcommitment?
Het Klimaatcommitment Financiële Sector kwam in 2019 tot stand onder aanvoer van 50 financiële instellingen, namelijk banken, verzekeraars, vermogensbeheerders en pensioenfondsen​. Zij committeerden zich hiermee aan de klimaatdoelen van Parijs en zegden toe ‘klimaatschadelijke’ investeringen in de beleggingsportefeuilles te verminderen. Zo stemmen de financiële instellingen het beleggingsbeleid af op “groene” investeringen, ten koste van rendement.

De doelen van het Klimaatcommitment
Het Klimaatcommitment dwingt financiële instellingen onder andere tot radicale CO₂-reductiedoelen met verstrekkende gevolgen voor beleggers en de economie. Volgens de voortgangsrapportage van KPMG heeft 96% van de ondertekenaars als doel om in 2050 volledig CO₂-neutraal te zijn, terwijl 90% een tussentijdse reductiedoelstelling voor 2030 heeft geformuleerd, vaak van minstens 50%. Dit betekent dat pensioenfondsen massaal desinvesteren uit winstgevende sectoren zoals fossiele brandstoffen en zware industrie.

De geboorte van het Klimaatcommitment
Het idee voor het Klimaatcommitment ontstond tijdens de zogeheten Klimaattafels, als onderdeel van het Klimaatakkoord van 2018​. Onder aanvoer van Ed Nijpels (VVD), destijds voorzitter van het Klimaatberaad, en Diederik Samsom (PvdA), die recent nog pleitte voor het onteigenen van Nederlandse grondbezitters, en onder druk van activistische organisaties zoals Greenpeace en het zwaar gesubsidieerde Milieudefensie werd geconcludeerd dat de financiële sector een “sleutelrol” moest spelen in de energietransitie. In juli 2019 werd het Klimaatcommitment officieel ondertekend door onder andere ABN AMRO, ING, Rabobank, Aegon en pensioenfondsen zoals het ABP en PFZW.

70% van alle pensioenkapitaal ten dienste van radicale klimaatpolitiek
Inmiddels hebben 9 van de 10 grootste pensioenfondsen zich aan het Klimaatcommitment onderworpen​. Volgens cijfers van De Nederlandsche Bank bedraagt het totale pensioenvermogen in Nederland ruim 1.600 miljard euro. Circa 1.120 miljard euro hiervan – dus 70% – is onder beheer bij fondsen die het Klimaatcommitment hebben ondertekend, waaronder het ABP, PFZW, PMT, BpfBOUW, PME en BPL. Dit betekent dat de pensioenen van miljoenen Nederlanders onder druk van de overheid en activistische organisaties wordt ingezet voor ideologisch gedreven klimaatpolitiek, terwijl de deelnemers van de fondsen nooit iets is gevraagd.

Bonussen gekoppeld aan klimaatradicalisme
Bij 43% van de instellingen worden bestuurders beoordeeld op hun prestaties rondom CO₂-reductie, zo meldt het rapport van KPMG, met soms zelfs prestatiebonussen daaraan gekoppeld, wat de onafhankelijkheid ondermijnt. Met 94% van de instellingen die klimaatbeleid structureel hebben verankerd en 75% die verdere aanscherping van actieplannen verwacht, lijkt de financiële sector steeds meer een politiek instrument voor klimaatactivisme te worden.

Klimaatcommitment verklaart bankcensuur boeren
Niet alleen pensioenfondsen, maar ook banken zoals ING en Rabobank hebben zich aan het Klimaatcommitment verbonden​. Dit heeft directe gevolgen voor hun klanten. Ondernemers ondervinden steeds vaker dat banken hen weigeren als de bedrijfsvoering niet “duurzaam” genoeg is. Een boer die op basis van wezenlijke natuurwetenschap anders kijkt naar klimaatverandering, en op basis van deze inzichten een boerenbedrijf wil opbouwen, kan een toekomst in de agrarische sector wel vergeten.

Pensioenfondsen ondermijnen eigen sectoren
Opvallend is de deelname aan het Klimaatcommitment door pensioenfondsen zoals PMT, PME, BpfBOUW en BPL, die verbonden zijn aan de industrie, de bouw en de landbouw. Dit zijn bij uitstek de sectoren die wegkwijnen onder de verstikkende klimaatmaatregelen. Met hun deelname graven deze pensioenfondsen hun eigen graf.

Pensioenfondsen schrappen klimaatactieplannen van websites
Op de website van het Klimaatcommitment zijn de klimaatactieplannen van de betrokken partijen terug te vinden, op enkele na. Opmerkelijk is dat enkele van de onderzochte pensioenfondsen recentelijk de klimaatactieplannen van de websites verwijderden​. Ook deze verwijderde documenten zijn door Cultuur onder Vuur boven tafel gehaald en onderzocht. De vraag is waarom deze partijen de documenten niet langer ter beschikking stellen en of er achter de schermen nog altijd dezelfde politiek bedreven wordt, of dat men ervan heeft afgezien.

Nalatenschap Sigrid Kaag (D66): meer klimaatdwang
In een brief van maart 2023 kondigde toenmalig D66-minister van Financiën Sigrid Kaag aan dat de overheid verkent hoe wetgeving het Klimaatcommitment verplicht kan maken. Dit zou betekenen dat banken, verzekeraars, vermogensbeheerders en pensioenfondsen niet langer vrijblijvend mogen kiezen, maar per wet worden gedwongen om zich te committeren aan de linksradicale klimaatagenda van het Klimaatcommitment. Dit is in strijd met het vrij ondernemerschap.

Het Klimaatcommitment en kabinet-Schoof
Hoewel kabinet-Schoof zich beperkt uitlaat over klimaatbeleid en het Klimaatcommitment niet expliciet wordt genoemd in het regeerakkoord, mag aangenomen worden dat het plan voor de wettelijke verplichting achter de schermen wordt voortgezet, gezien het regeerakkoord wel degelijk spreekt van het “vasthouden aan de bestaande klimaatafspraken.”

De ware doelen van het Klimaatcommitment
In een brief die de voorzitter van het Klimaatcommitment Peter Blom 10 februari jl. aan minister van Financiën Eelco Heinen stuurde wordt duidelijk waar de prioriteiten liggen: de betrokken partijen stellen zichzelf voor als nobele kartrekkers, maar in werkelijkheid staan ze klaar om concurrentie de nek om te draaien op kosten van de belastingbetaler.

Concurrentievervalsing via klimaatdwang
Blom pleit in de brief namelijk voor subsidiëring, overheidsgestuurde ‘sectordoelen’ voor CO₂-uitstoot, emissiebeprijzing (CO₂-belasting) en ‘harmonisering van Europese wetgeving.’ Met andere woorden, met de klimaatregels die Blom via de overheid wil opleggen aan de rest van de markt, worden kleinere spelers en bedrijven buiten het Klimaatcommitment straks verplicht dezelfde maatregelen te nemen, die zij mogelijk niet kunnen bekostigen. Dit terwijl deze grote financiële instellingen zichzelf al een voorsprong hebben gegeven en deze positie wensen te verzekeren met subsidies. Uiteindelijk lijkt het Klimaatcommitment weinig meer dan een politieke machtsgreep die de financiële sector steviger in het zadel helpt, ten dienste van de EU en de groene lobby.

Pensioenpolitiek is inbreuk op privé-eigendom
Pensioenvermogen is niets minder dan uitgesteld loon – het is privé-eigendom van hardwerkende Nederlanders, niet het speelgeld van activistische pensioenbestuurders. In plaats van solide beleggingen te doen, verspelen de fondsen pensioengeld aan onrendabele groene projecten die vooral de subsidiesponzen en groene lobby ten goede komen. Dit is niet alleen een schandalige inbreuk op het eigendomsrecht, maar ook een grove schending van de wettelijke en ethische plicht om in het beste belang van de pensioendeelnemers te handelen. Misschien zouden pensioenbestuurders eerst zelf eens de zogenaamde ‘good governance’-criteria moeten naleven, alvorens zij deze aanhalen om winstgevende bedrijven uit hun portefeuilles te schrappen.

Pensioengerechtigden als politieke speelbal
Wet of geen wet, het Klimaatcommitment is geen vrijblijvende afspraak, maar een politiek instrument dat miljoenen pensioengerechtigden dwingt – zij hebben immers geen pensioenfonds te kiezen, noch inspraak in de beleggingsstrategie – om een radicale klimaatagenda te financieren. Waarom zijn pensioenfondsen vrij om zo roekeloos politiek te bedrijven met het spaargeld van hardwerkende burgers en de belangen van hun deelnemers te schaden? Het is hoogtijd dat VVD-minister van Financiën Eelco Heinen flink op de rem trapt en deze wanstaltige gang van zaken een halt toe roept.

Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud van 3 februari 2025

Een referendum over het invaren is wel democratisch

De emeritus-hoogleraren aan de UvA en lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen Bernard van Praag en Joop Hartog vinden dat overheid en pensioenfondsen een referendum mogelijk horen te maken over de uitvoering van de nieuwe pensioenwet. “Maar wel met een gelijk speelveld.”

Zij zien licht aan de horizon. “De Wet Toekomst Pensioenen (WTP) is in 2023 door het parlement goedgekeurd met een kleine meerderheid. Daarbij is echter nogal gezondigd tegen de democratische besluitvorming. Het is natuurlijk zo dat alle belanghebbenden bij deze besluitvorming dienen te worden vertegenwoordigd. De voornaamste belanghebbenden zijn uiteraard de deelnemers (premieplichtigen, slapers en gepensioneerden), die hun geld verplicht moeten beleggen in hun pensioenfonds om een toereikende oudedagsvoorziening op te bouwen “

“De vakbonden beweren dat zij die deelnemers vertegenwoordigen, maar met een organisatiegraad van slechts 15% kunnen ze dit helemaal niet waarmaken. De meeste deelnemerszijn niet verenigd en hebben geen gezamenlijke stem. Om tegenspraak te voorkomen is in de WTP ook nog opgenomen dat het individueel bezwaarrecht ongeldig wordt verklaard. In de besluitvorming zijn de belangen van werkgevers, pensioenfondsen, verzekeraars en consultants meegenomen, maar dat zijn niet de belangen van deelnemers.”

“Bij veel deelnemers daalt het besef in dat de hervorming wel eens heel nadelig voor hen kan uitpakken. De eerste jaren zal het nog wel meevallen vanwege de gedane voorspelling dat ’bijna iedereen er waarschijnlijk op vooruit zal gaan’ door de geleidelijke uitdeling van buffers, maar na enige jaren zijn die nog bestaande buffers uitgeput en liggen non-indexatie of verlaging van pensioenen op de loer. Er is geen enkele garantie meer op koopkrachtbehoud dan de geruststellingen van de Pensioenfederatie en de vakbonden.” Maar wel met hun eigen belangen en die komen helaas niet overeen met de belangen van de pensioendeelnemers.

“De voornaamste verslechteringen zijn het opsplitsen van het collectieve vermogen in miljoenen individuele ’potjes’. Hiermee wordt de solidariteit tussen deelnemers volledig verstoord. Het pensioen wordt een kwestie van geloven op de blauwe ogen van fondsbestuurders. De ervaringen uit het recente verleden geven weinig vertrouwen in de toekomst.”

“Op de treeplank heeft een aantal Kamerfracties een motie ingediend om vóór het invaren een referendum onder deelnemers te houden met de vraag of men wel wil invaren of dat men graag bij het oude systeem wil blijven. Op zich een uitstekend initiatief, maar wel pas als er een gelijk speelveld bestaat voor de twee partijen bij dit referendum. De ene partij (werkgevers, fondsen, vakbonden, verzekeraars, consultants, accountants, en pensioenactuarissen) is uitstekend georganiseerd en bulkt van de centen. De andere partij(miljoenen ongeorganiseerde deelnemers) weet volgens recent onderzoek voor een groot deel niet waar het over gaat. Het lobbycircuit zal weer mooie opdrachten krijgen om te waarschuwen voor hel en verdoemenis als de WTP-plannen niet worden doorgezet. Een en ander gelardeerd en gevoed met studies van adviseurs en wetenschappers, die wel weten aan welke kant hun boterham gesmeerd is.”

“In april 2024 deed de pensioensector de aankondiging dat ’de pensioensectorbereid is om 25 miljard euro extra te investeren in woningbouw, infrastructuur en de energietransitie in Nederland. In ruil wil de pensioensector dat de afspraken over het nieuwe pensioenstelsel zonder aanpassingen worden uitgevoerd en dat PVV, BBB en NSC hun verzet tegen de hervorming staken’ (Volkskrant 2 mei, 2024).
Dit aanbod was schandalig omdat het ging om geld van de deelnemers, waarbij niet het optimale rendement voorop stond maar de chantage van parlementariërs.”

“Kortom, als het geld in zo ruime mate voorhanden is, verplicht de fondsen dan om zonder recht van inspraak te bedingen de financiën te verschaffen om een realistisch referendum volgens modern-democratische regels mogelijk te maken.”

Nieuwsbrief van Stichting Pensioenbehoud van 25 november 2024

De Tweede Kamer heeft nog vier weken de tijd om de wet te wijzigen.

Onze voorvechter voor behoud van een goede pensioenregeling Agnes Joseph van NSC schreef op 21 november tijdens het pensioendebat in de Tweede Kamer geschiedenis met de volgende uitspraken.  

“Met de dag snap ik beter hoe Pieter Omtzigt zich gevoeld moet hebben bij zijn onvermoeibare strijd om de toeslagenaffaire boven tafel te krijgen. (…) Het lijkt soms wel alsof beleidsmakers het niet willen zien, het niet willen horen en ook niet willen luisteren, terwijl de bestaanszekerheid van miljoenen mensen hier op het spel staat. En goed bestuur is helaas niet vanzelfsprekend in dit dossier.
Voor mij kwam de eerste grote schok tijdens de onderhandelingen toen ik hoorde dat pensioenfondsen 25 miljard aan investeringen hadden aangeboden met als eis dat de politiek de pensioenwet niet zou aanpassen. Zo bizar! Pensioengeld van mensen aanbieden om diezelfde mensen een variabele uitkering door de strot te duwen.
Dit kan gewoon niet! (...)

Alle alarmbellen staan bij mij op rood. Maar zorgelijke signalen lijken hier in Den Haag niet goed door te komen net als in de toeslagenaffaire. Als dit zo doorgaat, gaan we een enorm risicovolle pensioentransitie in waarbij we vooraf al weten dat we de doelen die we wilden bereiken, niet gaan halen. En als die onomkeerbare transitie is voltooid, kunnen we alleen achteraf nog zeggen ‘Oeps, misschien hadden we beter moeten luisteren.’ En dat wil ik gewoon niet laten gebeuren.

Ik wil de regering en ook mijn collega Tweede Kamerleden oproepen om alle signalen serieus te nemen. Goede signalen maar ook minder goede signalen. Alleen zo kunnen we een succesvolle transitie door en de bestaanszekerheid van mensen beter borgen. Bijsturen hoort ook bij goed bestuur. "

De partij SP in de Tweede Kamer steunde de kritiek van Agnes Joseph met de volgende tekst.

“Vandaag vond het laatste pensioendebat plaats voordat de eerste pensioenfondsen overgaan op het casinopensioen. Daar werd duidelijk dat de SP de laatste partij is die blijft strijden tegen het casinopensioen. De PVV, NSC, en BBB hebben het opgegeven en hebben onze pensioenen overgeleverd aan het asociale beleid van de VVD.

Ondanks beloften van de PVV, NSC en BBB tijdens de verkiezingen om het casinopensioen terug te draaien zijn ze nu muisstil. De PVV en BBB komen niet opdagen bij pensioendebatten. Kamerlid Agnes Joseph van NSC liet alles afhangen van een ‘complexe juridische beoordeling’, maar doet nu geen enkel voorstel om nog wat te wijzigen aan de casinopensioenwet.

De VVD heeft de onderhandelingen in de coalitie gewonnen, waardoor dit asociale plan onveranderd door kan. Onze voorstellen om de wet tegen te houden en eerlijker te maken werden weggestemd door de PVV, NSC, BBB en VVD.

Daarnaast benadeelt dit kabinet oudere werknemers door de WW-lengte te verkorten, de hardheden in de WIA niet af te nemen en de pensioenleeftijd te laten stijgen terwijl de levensverwachting juist daalt!

De Tweede Kamer heeft nog vier weken de tijd om de wet te wijzigen."

Een grote schande! Het op het pluche van de Tweede Kamer blijven zitten, blijkt weer belangrijker te zijn dan de gedane beloftes of het vasthouden aan het uitgesproken principe om het belang van de pensioendeelnemer voorop te stellen.

Nieuwsbrief van Stichting Pensioenbehoud van 28 oktober 2024

Juridisch pensioenadvies aan de Tweede Kamer

Op 15 oktober 2024 heeft advocaat prof. mr. Niek Peters op verzoek van de Tweede Kamer een advies van 123 pagina’s uitgebracht aan de Vaste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid met een juridische analyse inzake Motie Joseph over risico’s van invaren (transitie van oude in nieuwe rechten) in de nieuwe Wet Toekomst Pensioenen (zie bijlage).

Daarin zijn de volgende met elkaar samenhangende vragen beantwoord in relatie tot Europees recht:

1.  Wat zijn de juridische risico’s en mogelijke aansprakelijkheid van het invaren voor de Staat en wat is de omvang van deze risico’s?

2.  Wat zijn de juridische risico’s en mogelijke aansprakelijkheid van het invaren voor werkgevers en wat is de omvang van deze risico’s?

3.  Wat zijn de risico’s van het invaren voor het rechtsstelsel en wat is de omvang van deze risico’s?

4.  Wat zijn de juridische risico’s en mogelijke aansprakelijkheid van het invaren voor pensioenfondsen en wat is de omvang van deze risico’s?

Hierbij wordt geconstateerd dat pensioenaanspraken van mensen die nog werken en de pensioenrechten van gepensioneerden onder het Europees eigendomsrecht vallen. Nu is ook het eigendomsrecht geen absoluut of onaantastbaar recht is, maar dat onder bepaalde strenge voorwaarden een inbreuk mag worden gedaan. Denk bijvoorbeeld aan onze belastingen op inkomen en vermogen in het belang van de overheid.

Het advies gaat over de voorwaarden of inmenging door onze wetgever in het eigendomsrecht, in ons geval van de pensioenen, wel of niet gerechtvaardigd is. Daarvoor zijn verschillende criteria die worden toegepast in deze analyse. Daarbij moet worden gedacht of de Wet Toekomst Pensioenen onvoldoende rechtsbescherming biedt en/of onvoldoende voorzienbaar is. Of er ontbreekt een redelijke grond voor het invaren of dat de genomen maatregelen voor het invaren niet proportioneel zijn dan wel een onevenredige last opleggen. Ook het buiten werking stellen van het individueel bezwaarrecht op zichzelf moet als een ongeoorloofde inmenging in het eigendomsrecht worden beschouwd. ‘In dit verband valt niet uit te sluiten dat (in specifieke omstandigheden) wordt geoordeeld dat er wel sprake is van ongeoorloofde inmenging in de eigendom.’

Dat ‘vinden’ moet dan door de rechter worden bepaald, vooral als er door het invaren een nadeel wordt geleden. Ook indirecte discriminatie naar leeftijd is mogelijk als er geen adequate compensatie plaatsvindt bij het invaren. Het recht op een ongestoord gezinsleven kan ook een rol spelen voor het nabestaandenpensioen, vroegpensioen en ongehuwden pensioen.

Daar de uitwerking door pensioenfondsen van de effectieve gevolgen van het invaren nog niet bekend zijn gemaakt, kan de analyse daarover voor een individueel iemand of als groep geen zekerheid over de aantasting van het eigendom bieden. Maar dat er op vele punten (grote) risico’s zijn van een ongeoorloofde inbreuk op ons pensioenrecht als eigendom is wel duidelijk. Daarom de oproep van een groep seniorenverenigingen om af te zien van het invaren, zie de link Stel-het-invaren-van-pensioenen-uit/

Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud van 8 januari 2024

“Het Nederlandse pensioenstelsel is met de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen (Wtp) toekomstbestendig gemaakt.”, schrijft minister Schouten in haar brief aan de Tweede Kamer van 21december j.l. (zie bijlage) “Deze hervorming is, met behoud van sterke elementen als collectiviteit en solidariteit, een antwoord op een breed gedragen wens: eerder perspectief op een koopkrachtiger pensioen, dat transparanter en persoonlijker is en dat beter aansluit bij de ontwikkelingen in de samenleving en op de arbeidsmarkt.”

Tot degenen die deze breed gedragen wens zouden hebben gehad, behoren in ieder geval niet de huidige pensioendeelnemers en gepensioneerden. Hen is niets gevraagd. Deze wens leefde alleen bij de politiek, het kabinet en de DNB vanwege haar toezicht risico’s. De reden is simpel: ook in de laatste sociale regeling  als ons pensioen moest en zou ten koste van de huidige opgebouwde pensioenaanspraken marktwerking worden doorgevoerd. We hebben de negatieve gevolgen daarvan gezien in de zorg, de woningbouw en diverse andere overheidssectoren, waar het publieke belang werd verkwanseld. Met het algemeen belang houdt de markt zich niet bezig.

De minister vervolgt haar brief dan met de uitspraak: “In het oude pensioenstelsel kon de belofte van koopkrachtvaste uitkeringen voor de meeste deelnemers de laatste decennia niet worden waargemaakt. Deze beloftes zijn duur door de hoge buffers die moeten worden aangehouden. Door die hoge buffers gaan de pensioenen nauwelijks omhoog, ook wanneer er goede rendementen worden behaald door pensioenfondsen.”

In de brief wordt gesproken over het ‘oude’ pensioenstelsel, maar dat moet zijn het huidige pensioenstelsel zolang de nieuwe wet niet is ingevoerd. Ons huidige pensioenstelsel is van 2007 en daarin werd de rekenrente voor de verplichtingen van een pensioenfonds van een vast percentage omgezet in een variabel marktpercentage zonder rekening te houden met de lange termijn rendementen. Terwijl voor de premies dat wel mag, een onjuiste uitvoering van het wettelijke jaarrekeningrecht met een voor de activa en passiva verschillende waarderingsmethode. Daardoor werden de indexaties sinds 2008 veelal niet uitgekeerd, maar toegevoegd aan het pensioenvermogen van het pensioenfonds. En over die te hoge buffers procedeert de Stichting Pensioenbehoud samen met KBO Brabant tegen de Staat wegens strijdigheid met EU pensioenrecht. In het eerste halfjaar van 2024 wordt de uitspraak in cassatie verwacht.

De gevolgen van dit onjuiste wetgevingsbeleid vermeldt de brief wel: “In een aantal jaren zijn kortingen doorgevoerd en veel pensioenen zijn, tot het perspectief op het nieuwe pensioenstelsel er kwam, niet verhoogd. Daardoor nam de koopkracht van gepensioneerden af. Dit leidde tot begrijpelijke teleurstelling bij gepensioneerden, die het indexatieperspectief kleiner zagen worden.”

Er loopt ook nog een procedure tegen PMT om te zorgen dat de gemiste indexaties vanaf 2008 alsnog worden uitbetaald en niet verloren gaan bij de invoering van de pensioenwet Wtp. We laten ons niet vernachelen.

Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud 10 april 2023

De Pensioenfederatie, de overkoepelende lobbyclub van alle pensioenfondsen, maakte op 24 maart 2023 het volgende bekend. De pensioengerechtigde krijgt toch zijn eigen geschilleninstantie, omdat het wetsvoorstel voor de nieuwe pensioenwet de individuele pensioengerechtigde de mogelijkheid ontneemt om bezwaar te maken bij de rechter tegen het ‘invaren’ in het nieuwe stelsel. Er kan dan bezwaar worden gemaakt als de uitkomst van de omrekening van de huidige pensioenuitkering naar een nieuw pensioenvermogen niet juist is gedaan. Maar de pensioengerechtigde is daarbij afhankelijk van de pensioeninformatie en de berekeningsmethode die het pensioenfonds wil verstrekken. De hulp van een actuaris lijkt daarbij wel onontbeerlijk te zijn. Daarna kan over de uitkomst bij de geschillencommissie wel de rechter worden ingeschakeld. In de Telegraaf van 28 maart geeft de voorzitter van de Pensioenfederatie de volgende toelichting.

Kritiek leidt tot aanpassing
“De nieuwe Wet toekomst pensioenen (Wtp) heeft meer voeten in de aarde dan alleen – en dat is al een mammoetklus – het invaren van de €1400 miljard aan pensioenvermogens van de pensioenfondsen. Wat ook bij deze wet hoort, zo besloot minister Schouten (Pensioen) vorig jaar, is dat er een onafhankelijke geschillencommissie moet komen. De Pensioenfederatie nam het initiatief om dit in een vat te gieten.”

“Voorzitter van deze federatie Ger Jaarsma: “Omdat er is afgesproken dat deelnemers geen bezwaar kunnen maken tegen de overstap en de afspraken van de sociale partners, is er een externe commissie waar deelnemers terecht kunnen als ze wel nog andere bezwaren hebben.” De bezwaren kunnen over ‘zo’n beetje alles gaan’, legt hij uit, zoals over de hoogte van een eigen pensioenpot als die eenmaal op naam staat. “Een deelnemer kan dan in verweer over de data waarop die hoogte is gebaseerd.”

Losse stichting
“De stichting staat los van de Pensioenfederatie, zo legt Jaarsma uit, en krijgt een onafhankelijk bestuur waarin mensen zitten die minimaal een jaar al geen rol meer hebben in of rondom een pensioenfonds. In de geschillencommissie zelf nemen onafhankelijke ‘beslechters’ zitting, zoals rechters en advocaten. “Het kunnen ook pensioendeskundigen zijn, zoals hoogleraren of oud-bestuurders. Het is geen fulltime baan.” De stichting start per 1 januari 2024. “Dan is er een handjevol pensioenfondsen die start in de Wtp, en kunnen we ook een inschatting maken van hoeveel klachten er te verwachten zijn. Dat is voor ons nu nog gissen.”

Verplicht aangesloten
“Bij deze geschillencommissie zijn pensioenfondsen verplicht aangesloten. Wie pensioen heeft verzekerd bij een verzekeraar, kan klachten indienen bij geschillencommissie Kifid. “Verzekeraars hebben al een regeling, en hoeven dus niet in te varen. Kifid krijgt wel een aparte afdeling over pensioen gerelateerde zaken.”

“Net als bij Kifid, kunnen consumenten aangeven of ze willen dat het advies bindend is of niet. In het laatste geval is ook nog een gang naar de rechter mogelijk. “We zijn heel blij dat we deze stap hebben gezet. Het is alleen zaak dat deelnemers de weg er naar toe weten te vinden. Daar ligt een taak bij de pensioenfondsen.” Een naam voor deze commissie is er nog niet. “Wie een idee heeft, mag het zeggen”, glimlacht Jaarsma.”

Vraag
De vraag blijft of het acceptabel is dat dit wetsvoorstel de pensioengerechtigde de huidige mogelijkheid ontneemt om bij de rechter bezwaar te maken tegen het invaren, waarbij zijn toegezegde pensioenuitkeringen niet worden gerespecteerd. Wij vinden van niet.

Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud 24 januari 2022

Ingezonden brief van dr. ir. Cornelis Spaans over pensioen

Over het White paper liberale pensioenschets: Zonder dat men ooit goede  informatie aan de gepensioneerden en toekomstig gepensioneerden heeft gegeven, wordt steeds duidelijker dat er liberale gedachten en persoonlijke verantwoordelijkheid in het nieuwe pensioenstelsel een grote rol gaan spelen. De laatste tijd wordt steeds duidelijker dat heel veel liberalisering tot verkeerde uitkomsten heeft geleid. Het wordt dan ook tijd tot bezinning. Als ik naar mijn eigen werkzame leven kijk, en ik kan nu terugkijken, dan weet ik dat ik hard gewerkt heb, mij bijzonder heb geïnteresseerd voor mijn werk, carrière heb gemaakt, en wel wist dat er een goed pensioen uit zou komen in het oude systeem, maar heb me daar nooit druk over gemaakt. Ik heb er nooit echt in verdiept. Ik had er gewoon de tijd niet voor, dat deed mijn pensioenfonds wel voor mij. Die interesse, dat begon pas toen ik merkte dat dat systeem geleidelijk aan kapot gemaakt werd. Ik denk dat al die pogingen om de mensen persoonlijk verantwoordelijk te maken voor hun pensioen, en eigen potjes toe te kennen, misschien voor enkelen van belang is. Mensen die hard werken en zich inzetten voor hun vak en bedrijf zijn niet zo met pensioenen bezig. De tijd ontbreekt hun.

Dat blijkt ook steeds omdat vele gepensioneerden nog steeds niet snappen wat er met hun pensioenen aan de hand is, wat er vernield is, wat er fout gegaan is, wat er gekort is, waarom dat allemaal gebeurd is. Wat heeft het voor zin om alles te individualiseren en afhankelijk te maken van de situatie op de markt. Iedereen was heel tevreden, en het systeem werkte perfect totdat DNB en Koolmees zich ermee gingen bemoeien. Het wreekt zich ook dat er te weinig technische specialisten in de Tweede Kamer zitten. Ik ben ingenieur, en als er een mooi ontwerp voor een brug ligt, en ik ga uitrekenen hoeveel ton staal daarvoor nodig is, en uit mijn rekensom komt dat daar 100.000 miljoen ton staal voor nodig is, meer staal dan over de hele wereld per jaar geproduceerd wordt, dan ga ik nadenken of mijn sommetje soms fouten bevat. Dan ga ik niet dat mooie brugontwerp weggooien en een ander soort brug construeren, maar ga ik de fout uit mijn berekening halen zodat er het juiste antwoord uitkomt.

Zo niet DNB en Koolmees, die gaan stug door met de berekening die volkomen op de klippen loopt. Die de gepensioneerden ernstig benadeeld terwijl het geld tegen de plinten op klotst, en de reserves tot astronomische hoogten stijgen. Bovendien gaan ze uitsluitend uit van de ultra korte termijn, kortom de dagrente om daarmee de ultra lange termijn, 60 jaar of zo, te berekenen. Ze maken geen enkele inschatting van de situatie op de markten op de lange termijn, bijvoorbeeld dat toch zeker de normale rente weer zal terugkomen zodra de gigantische uitgaven van de ECB gaan stoppen en de inflatie weer toeneemt. Iedere ingenieur kijkt bij het bouwen van een brug hoeveel jaren deze mee zal gaan, hoe de toekomst is, en bouwt de brug zodanig dat een zekere slijtage en roestvorming deze niet doet instorten. Als een ingenieur een brug bouwt kijkt hij niet naar de hedendaagse toestand van vandaag, maar kijkt over die termijn heen, en houdt daar rekening mee. Zo niet DNB en Koolmees. Blind en doof..

Een ingenieur laat zijn berekeningen altijd controleren, door anderen ook doorrekenen, luistert naar kritiek en verbeteringen. Zo niet DNB en Koolmees. Zij koesteren hun berekening en komen niet op het idee dat er weleens een foutje in zou kunnen zitten door te kijken naar de uitkomsten ervan. En nu ons goede werkzame systeem kapotgemaakt is, doet men net of dat door dat systeem komt dat indexeren niet mogelijk was terwijl de schuld daarvan geheel bij DNB en Koolmees ligt, en gooit men het systeem weg en begint aan iets heel nieuws waarvan de toekomst zeer onzeker is. Liberalisme waar maar weinig mensen echt wat aan hebben, waar niemand echt mee gebaat is, en waar ouderen door getroffen worden, met een variabel inkomen. En tot mijn verbazing holt iedereen daar nu weer achteraan, als een kip zonder kop.