Reactie op Prinsjesdag 2024: koopkracht, belasting en toeslagen

Gemiddeld gaan gepensioneerden er volgend jaar met 0,6 procent op vooruit. Dat is minder dan vorige maand door het CPB is berekend. Dat ging toen uit van een stijging met 1 procent. Belangrijke reden dat de toename lager uitvalt is dat de huurtoeslag minder snel stijgt dan dat het kabinet eerder van plan was.

Wij hebben de gevolgen van de kabinetsplannen voor u doorgerekend. Uiteraard zijn er nog andere ontwikkelingen die niet in deze plannen voorkomen, die uw besteedbaar inkomen kunnen aantasten of verbeteren. Hieronder een aantal doorrekeningen:

• Iemand die alleenstaand is en alleen een AOW-pensioen ontvangt, heeft op basis van de gemelde voornemens in 2025 ruim € 800 per jaar meer te besteden. Daarbij is rekening gehouden met een reguliere AOW-verhoging.
• Een alleenstaande met AOW en een aanvullend pensioen van € 5.000 blijft ongeveer gelijk.
• Een echtpaar waarvan beide partners alleen AOW ontvangen, hebben ook ieder ruim € 250 per jaar meer te besteden. Totaal € 500 dus.
• Een echtpaar waarvan de één alleen AOW ontvangt en de ander AOW en een aanvullend pensioen van € 5.000 hebben samen bijna € 225 per jaar meer te besteden.

Meer rekenvoorbeelden plaatsen wij binnenkort op deze website.

Noodfonds Energie

Ook in 2025 en 2026 kunnen mensen die hun energierekening niet kunnen betalen een beroep doen op steun. Voor het Noodfonds Energie is vanuit het Rijk € 60 miljoen beschikbaar.

Belastingtarief

Een aantal maatregelen op belasting- en toeslagengebied zal een beter koopkrachtbeeld opleveren voor senioren met een laag en met een middeninkomen. Hieronder de voorgestelde maatregelen op een rij.

Het laagste tarief in de schijven van de inkomstenbelasting daalt in 2025 naar 17,92% (was 19,07%). Deze schijf geldt bij een inkomen tot € 40.052 (als u tenminste vóór 1946 geboren bent).

In de tweede schijf stijgt het tarief naar: 37,48% (was 36,97%). Dat tarief is van toepassing op inkomens tussen € 40.052 en € 76.817. Is uw inkomen hoger, dan is het tarief 49,50%. Dat blijft daarmee hetzelfde.

Heffingskortingen

Op het totaal van de inkomstenbelasting die u moet betalen, gaat de heffingskorting af. De hoogte van de heffingskorting hangt af van uw leeftijd en uw inkomen.

De algemene heffingskorting voor AOW’ers daalt in 2025 naar € 1.536 (was € 1.735). Deze korting is afhankelijk van uw inkomen. Is dat meer dan € 28.406, dan is de korting lager. Die grens is een stuk hoger dan in 2024, en compenseert daarmee de lagere korting enigszins.

De ouderenkorting is alleen bedoeld voor mensen die al AOW ontvangen. Deze korting stijgt in 2025 van € 2.010 naar € 2.035. Als uw inkomen meer is dan € 45.308, wordt het bedrag minder.

Bent u AOW’er en alleenstaand, dan hebt u recht op de alleenstaande ouderenkorting. Deze is niet afhankelijk van uw inkomen, dus een vast bedrag. Voor 2025 is dat € 531; € 7 meer dan in 2024.

Inkomensafhankelijke zorgpremie

Op uw AOW en uw aanvullend pensioen wordt inkomensafhankelijke zorgpremie (Zvw) ingehouden. Het tarief daarvan daalt in 2025 naar 5,26%.

Nominale zorgpremie en zorgtoeslag

De premie voor de basisverzekering (nominale premie) Zvw stijgt in 2025 naar gemiddeld € 2.100 per jaar.

De maximale zorgtoeslag gaat ook omhoog, € 1.561 voor een alleenstaande, € 2.986 voor een meerpersoonshuishouden.

Belastingplan 2025

De verschillende begrotingen en ook het Belastingplan 2025 worden in de loop van het jaar nog in de Tweede Kamer behandeld. Daar kunnen nog wijzigingen plaatsvinden. Onder dat voorbehoud geven wij u deze informatie. In de eerste uitgave van ons magazine OuderenWijzer in 2025 (verschijnt vanaf 28 januari) komen we uitgebreid terug op de gevolgen van het Belastingplan 2025.

Beeld: ministerie van Financiën