Reactie op Prinsjesdag 2024: zorg

Komend jaar zullen de netto zorguitgaven stijgen naar € 109,4 miljard. Hiervan komt bijna € 40 miljard terecht bij de langdurige zorg, waaronder een groot deel ouderenzorg.

Het eigen risico wordt verlaagd naar € 165 met een maximum van € 50 per keer. Alleen dit gaat pas vanaf 2027 in. Tot die tijd blijft het eigen risico bevroren op € 385.

Er is sprake dat in 2025 en 2026 het eigen risico wellicht wel betaalbaarder wordt door al een maximumbedrag van € 150 per ingreep in te voeren.

De totale zorgkosten per persoon stijgen van € 7.074 naar € 7.453. De oorzaak ligt in de stijgende zorgvraag, personele kosten en stijgende kosten van geneesmiddelen.

De zorgpremie zal verder stijgen met € 121 per verzekerde. Hoe dit in de praktijk zal uitpakken ligt bij de verzekeraars. Uiteindelijk zijn het de zorgverzekeraars die hun eigen premie vaststellen. We houden rekening met een stijging van € 10 per maand.

Makkelijke taal

De zorgverzekering vergelijken in 2025 wordt eenvoudiger en completer. Een veel gehoorde klacht is nu nog dat de zorgverzekeraars de contracten met de ziekenhuizen en zorgverleners nog niet rond hebben aan het eind van het jaar. Daar komt voor 2025 verandering in. Nieuwe regels zorgen ervoor dat alle contracten voor 12 november 2024 rond moeten zijn. Ook wil het kabinet zorgen voor een goede informatievoorziening, zodat de polisvoorwaarden in makkelijke taal voor iedereen te begrijpen zijn.

Mensen met lagere inkomens krijgen straks meer zorgtoeslag. Dit wordt maximaal €78. Ook wil het kabinet een generieke compensatie bieden via een verlaging van de inkomstenbelasting.

Andere voornemens uit de begroting van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn:

• Voor ouderen voor wie een plek in het verpleeghuis nog niet aan de orde is, maar de zorgafhankelijkheid wel al gevorderd is, wordt de terugkeer van de verzorgingshuizen (een gezamenlijk huis met toezicht in de nacht) onderzocht via nadere doorrekeningen.
• Het kabinet schrapt de geplande bezuiniging van € 600 miljoen op de ouderenzorg komend jaar. Ze komt met een uitwerking hoe de vrijgekomen gelden gaan leiden tot betere ouderenzorg.
• De huisarts is voor veel mensen het eerste aanspreekpunt. Het kabinet versterkt daarvoor de onderlinge samenwerking in de eerstelijnszorg en zet in op wijken met huisarts en wijkverpleegkundige als eerste aanspreekpunt. Het kabinet zet in op voldoende praktijk houdende huisartsen, het verlagen van drempels voor startende praktijkhouders zodat het makkelijker wordt een huisartsenpraktijk over te nemen en meer mensen toegang tot goede huisartsenzorg te bieden.
• Om het arbeidsmarkttekort tegen te gaan wordt ingezet op uitbreiding van (digitale) technologie, ook om de eigen regie te vergroten. Ook wil het kabinet de mogelijkheden van kunstmatige intelligentie beter gebruiken zorgbreed. Dit om administratieve lasten te verkleinen en meer tijd voor de zorg zelf beschikbaar te krijgen. Zeker daar waar het gaat om verpleegzorg en kwetsbare mensen. Er wordt aan gewerkt om de (digitale) toegankelijkheid te vergroten en te verbeteren.
• Palliatieve en terminale zorg moeten een vanzelfsprekend onderdeel worden van reguliere zorg. Door proactieve zorgplanning, het voeren van gesprekken met patiënten en naasten over de wensen in de laatste levensfase en het vastleggen en delen van informatie met andere betrokken zorgverleners moet passende palliatieve zorg ontstaan.

Beeld: ministerie van Financiën / Valerie Kuijpers