Als gepensioneerde heeft u geen aftrekposten nodig om toch geld terug te krijgen. De meeste gepensioneerden hebben immers meer dan één inkomen: de AOW en een aanvullend pensioen. En door ons belastingstelsel is één ding zeker. Als je meer dan één inkomen hebt, klopt de loonheffing die is ingehouden niet. Bij lage inkomens betekent dat vrijwel altijd dat er te veel loonheffing is ingehouden. De enige manier om dat terug te krijgen? Aangifte inkomstenbelasting doen!
Waarom klopt die loonheffing eigenlijk niet?
Daarvoor moeten we het belastingstelsel uitleggen. Het bedrag dat je moet betalen wordt door twee onderdelen bepaald. Het eerste is het tarief, het tweede de heffingskorting. Het tarief is het percentage aan belasting en premie volksverzekeringen dat u over uw inkomen bent verschuldigd. De heffingskorting is de korting die u krijgt op het verschuldigde bedrag. De hoogte van die korting hangt af van de hoogte van uw inkomen én van uw leeftijd. En bij gepensioneerden met een laag inkomen is het totaalbedrag van de korting vaak hoger dan de belasting die u moet betalen. In dat geval hoeft u dus niets te betalen.
Bij twee of meer inkomens houdt een van de uitkerende instanties rekening met de heffingskorting. Voor gepensioneerden houdt de SVB daarmee rekening bij de AOW. Dat betekent in de praktijk dat geen loonheffing wordt ingehouden op de AOW. Een deel van de heffingskorting gebruikt u dan niet. Het pensioenfonds houdt op elke euro de loonheffing in. Waarbij ze geen rekening kunnen houden met het deel van de korting dat u niet hebt gebruikt. Alleen via de aangifte inkomstenbelasting kunt u het niet-gebruikte deel alsnog laten verrekenen.





