Zonder ouderen stort het vrijwilligerswerk in

Lees meer

Er mogen straks geen geluks- of pechgeneraties zijn

Pensioen en AOW
anbo-pcob-eric-en-willem-pensioen-01
Hero background icon

ANBO-PCOB heeft het onderwerp pensioen hoog op de agenda staan. Want pensioen is nodig om fatsoenlijk verder te kunnen leven. En dat wordt nijpender nu we steeds vaker en langer voor onszelf en onze naasten moeten zorgen. Er leven veel vragen onder onze leden. Daarom legden we onze pensioenadviseurs Eric Brendel en Willem Reijn van ANBO-PCOB een lijstje vragen voor.

Om maar met de deur in huis te vallen: hoe staat ons pensioen ervoor?

Eric Brendel: ‘Als je kijkt naar vandaag de dag, dan ziet het er bij veel fondsen niet slecht uit. De rente is nog redelijk hoog in vergelijking met de laatste tien jaar en de beurzen hebben het ook prima gedaan. Daardoor waren de dekkingsgraden de laatste twee jaren hoog en konden fondsen gelukkig tijdens de ongekende inflatiegolf tot wel 12 procent indexeren. Dat was overigens vooral te danken aan de versoepelde regels op weg naar het nieuwe stelsel.’

Willem Reijn: ‘Maar de vraag is hoe lang dit aanhoudt. Vooral de rente lijkt mij een kopzorg. De centrale banken koersen nu voorzichtig maar gestaag aan op renteverlagingen. Dan zien de pensioenfondsen hun dekkingsgraad dalen. Dan is het voor heel wat fondsen snel uit met de pret, want grote fondsen als ABP, Zorg en Welzijn en de metaalfondsen PME en PMT staan rond de 110 procent. Dat is het niveau waarop ze willen invaren en daar zak je met twee renteverlagingen vermoedelijk doorheen. Dan wordt er niet of nauwelijks geïndexeerd en dat voelen gepensioneerden direct in de portemonnee.’

We gaan over naar het nieuwe pensioenstelsel. Gaat dat een beetje eerlijk voor de gepensioneerden?

Eric: ‘Dat vind ik best een lastige vraag. Die overgang heet invaren en dat moet volgens de wet evenwichtig gebeuren. Op een weegschaal kun je een pond suiker zuiver bepalen, maar hier ligt het moeilijker. Hier moeten alle generaties er redelijk gelijk uitkomen, maar het hoeft niet precies gelijk te zijn. En bovendien moeten er allerlei andere dingen worden geregeld met het geld dat in de pot zit. Grootste punt is dat het huidige premiesysteem wordt veranderd. Nu krijg je als werknemer elk jaar dat je premie betaalt 1,75 procent pensioenopbouw erbij. Dat vindt de wetgever niet eerlijk, want de inleg van een jonge deelnemer kan veel langer renderen dan die van een zestigjarige. Maar het is eigenlijk altijd zo geweest: je betaalt als jongere te veel, maar dat krijg je in de tweede helft van je loopbaan terug. Dat werkt niet meer, vond Den Haag, omdat mensen vaker van baan wisselen en vaker zzp’er worden. Dus krijg je straks gewoon je premie in je potje, maar daarmee missen de oudere werknemers de compensatie voor het feit dat ze vroeger te veel hebben betaald.’

BETEKENIS ‘INVAREN’: De overgang van het oude naar het nieuwe pensioenstelsel; het omzetten van alle huidige pensioenaanspraken in nieuwe.

‘Oudere werknemers missen de compensatie voor het feit dat ze vroeger te veel hebben betaald’

Willem: ‘Dat is een lastige problematiek, omdat er veel geld mee is gemoeid. In eerdere studies van het Centraal Plan Bureau kon dit om honderd miljard euro gaan! In de praktijk zien we dat nu 3 procent van het pensioenvermogen nodig is. Wat op een totaalvermogen van 1.583 miljard van alle pensioenfondsen samen trouwens nog steeds 47 miljard euro is. Daarom is het goed dat vrijwel alle fondsen boven de 100 procent dekkingsgraad zitten. Daar kun je de pijn mee wegmasseren. Als dat uit de pot van het pensioenfonds komt, betalen gepensioneerden ook mee.’

Maar die hebben dat vroeger toch allemaal al betaald toen ze zelf werkten?

'Willem: ‘Klopt, althans voor het deel dat gepensioneerden de beschreven cyclus hebben doorgemaakt. Je voelt een “maar” aankomen. Vroeger was de werkende bevolking veel jonger, dus kon de “last” van de oudere werknemers over veel meer schouders worden uitgesmeerd. Met de vergrijzing komt de last op steeds minder jonge schouders te liggen. Je kunt je afvragen of dat eerlijk is. Bovendien hebben (toen nog) ANBO en (toen nog) KBO-PCOB in de gesprekken met Den Haag steeds als uitgangspunt genomen dat er geen geluks- of pechgeneraties mogen zijn. Werknemers tussen de 45 en 65 zouden er tot 8 procent in pensioen op achteruit kunnen gaan. Dat lijkt ons ook niet eerlijk. Dus ja: iedereen betaalt wat mee om dit op te lossen.’

'Gepensioneerden komen bij de verdeling als laatsten aan het bod'

Terug naar de vraag: gaat dat invaren eerlijk?

Eric: ‘Wij vinden dat de gepensioneerden bij de verdeling als laatsten aan bod komen. De sociale partners maken samen bij elk pensioenfonds de afspraken voor de nieuwe regeling. En je ziet dat die sociale partners vooral de werknemers voor ogen hebben gehad. Er is wel veel aandacht besteed aan het voorkomen dat gepensioneerden erop achteruitgaan. Maar bijvoorbeeld de indexatieachterstand – die bij fondsen wel tot boven de 30 procent kan oplopen – wordt niet of nauwelijks benoemd.’

Willem: ‘Die achterstanden worden bij het invaren zó van het bord geveegd. We zouden ook een transparanter stelsel krijgen, maar ik ben benieuwd hoe open en eerlijk de fondsen daarover gaan communiceren. Ik zet een fles wijn op…’

Eric: ‘..van niet! En als ze het doen, zal die informatie goed verstopt zitten.’

Lees onderaan de pagina hoe de verdeling meestal gaat.

anbo-pcob-eric-en-willem-pensioen-09

Ons is in 2019 een koopkrachtig pensioen beloofd. Krijgen we dat ook?

Eric: ‘Wij hebben nog geen plannen gezien waarin dat wordt verwacht. De meeste plannen leggen de nadruk op het voorkomen van verlagingen. Tegelijk kun je alleen met wat risico geld verdienen om de pensioenen te kunnen verhogen. Maar mensen denken heel verschillend over het nemen van risico.

Beleggen klinkt riskant. Waarom doen we dat gepensioneerden aan?

Willem: ‘Zonder risico daalt tijdens de pensionering de waarde van de uitkering makkelijk 10 procent. Dan zit er evenveel in je portemonnee, maar je kunt er steeds minder mee kopen. En onlangs was in het nieuws dat de huren ongekend zijn gestegen. Dan kom je als pensionado wel steeds meer in de knel. Dan kiezen wij in beginsel toch voor het adagium van oud-directeur Peter Borgdorff van PFZW: liever minder zeker, dan zeker minder.’

Eric: ‘Maar dat risico moet wel binnen bepaalde grenzen blijven. Daarvoor moeten fondsen ook hun deelnemers bevragen, maar dat blijkt in de praktijk heel lastig. Tegelijk: bedenk dat met daarvoor bestemde reserves eventuele verlagingen goed voorkomen kunnen worden. Tenzij de economie, of beter: de beurs, gedurende lange tijd instort. Maar dan zijn er zonder meer overal problemen.

anbo-pcob-eric-pensioen-09b

ERIC BRENDEL (55) is sinds drie jaar beleidsadviseur inkomen bij ANBO-PCOB. Hij werkte eerder voor de Rabobank en was acht jaar bestuurder van het pensioenfonds van de bank. Pensioen is nu onderdeel van zijn portefeuille. Hij beantwoordt ook vragen van leden over hun pensioen en andere financiële zaken.

anbo-pcob-willem-reijn-pensioen

WILLEM REIJN (68) werkt als beleidsadviseur pensioenen elf jaar voor ANBO-PCOB. Hij onderhoudt contacten met ministeries, politici, sociale partners en grote pensioenfondsen. In deze functie heeft hij de totstandkoming van de nieuwe pensioenwet op de voet gevolgd.

Verdeling vermogen

Stel, een pensioenfonds heeft 110 euro in huis. Hoe wordt dan het geld over de verschillende doelen besteed? Dit is een beetje een standaardverdeling, die per fonds wat kan verschillen.

110 euro vermogen:

  • 100 euro persoonlijke pensioenpot
  • 5 euro solidariteitsreserve om pensioenverlagingen te voorkomen
  • 3 euro compensatie afschaffing huidige premiesystematiek
  • 2 euro wettelijk verplichte reserves

Fondsen moeten deze oefening voor alle dekkingsgraden van 95 en hoger doen. Compensatie en solidariteitsreserve worden vaak gelijk aan elkaar opgebouwd, dus niet de ene bestemming voor de andere. Verhoging van de pensioenen komt pas na de dekkingsgraad van 110 aan de orde