Bijna met pensioen?

Pensioen en AOW
anbo-pcob-bijna-met-pensioen
Hero background icon

Vijf belangrijke zaken om te overwegen

Gaat u bijna met pensioen? Dan is het verstandig om u nog even goed te verdiepen in de mogelijkheden. Voor de pensioendatum kunt u namelijk nog een aantal belangrijke keuzes maken. Zoals uitruil, de hoog-laag constructie of een combinatie van verschillende regelingen.

Vooropgesteld: verschillende pensioenfondsen hanteren vaak verschillende regelingen. Op de website van uw pensioenfonds(en) vindt u vaak algemene animatiefilmpjes, die meer inzicht geven in de mogelijkheden die dat pensioenfonds biedt. De meeste fondsen hebben tools op hun website waarmee ze deelnemers helpen om keuzes te maken. Die zijn vaak bereikbaar via namen als ‘mijn-naampensioenfonds’, bijvoorbeeld MijnABP of MijnPFZW. Veel mensen hebben echter bij verschillende pensioenfondsen of verzekeraars pensioenaanspraken lopen. Die zijn niet opgenomen onder die tools. Een totaaloverzicht vindt u op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

Financiële situatie en toekomstplannen

Het is belangrijk om uw eigen financiële situatie en plannen in kaart te brengen. Heeft u een vrijwel afgelost eigen huis, staat er nog een leuke spaarpot op de bank? De keuzes kunnen ook per huishouden anders uitvallen: hebben beide partners een pensioen, is er een groot leeftijdsverschil en zijn er verplichtingen uit het verleden door bijvoorbeeld een echtscheiding? Allemaal zaken om rekening mee te houden.

Definitieve keuzes

Hieronder volgt een aantal keuzes die u kunt maken vóór de pensioendatum. Die keuzes zijn definitief, dus een goede voorbereiding is essentieel.

  1. U kunt kiezen voor uitruil partner- of ouderdomspensioen.
    U kunt het partnerpensioen laten vallen om uw pensioen op te hogen. Een eenvoudige keuze voor alleenstaanden. Voor samenwonenden zal de keuze mede afhangen van de inkomens en eventuele leeftijdsverschillen. U kunt vaak ook een deel van het ouderdomspensioen inleveren voor een beter partnerpensioen.
  2. U kunt eerder of later met pensioen.
    Meestal kunt u vijf jaar eerder of later met pensioen. Als u eerder met pensioen gaat, heeft dat twee verlagende gevolgen. Uw pensioen valt lager uit (want u krijgt langer pensioen), maar ook bouwt u minder pensioen op. Bedenk ook dat u tot uw AOW-leeftijd onder het gewone belastingregime valt en dat uw AOW pas uitgekeerd wordt vanaf de bijbehorende leeftijd.
  3. U kunt met deeltijdpensioen,
    op voorwaarde dat uw werkgever daar in mee gaat natuurlijk. U moet wel beloven voor dat deel niet meer te gaan werken. De gevolgen zijn een iets lager pensioen en een iets lagere opbouw. Maar het kan een prettige manier zijn om af te bouwen en dat is wat volgens ANBO-peilingen heel veel mensen graag willen.
  4. U kunt kiezen voor de hoog-laag constructie:
    een hoger pensioen in de eerste jaren en een lager pensioen daarna. De verhouding mag maximaal 100 procent tegen 75 procent zijn. Het mag overigens ook andersom. Per fonds verschillen de mogelijkheden: gaat het om de eerste vijf of de eerste tien jaar, gaat het om 100-75 of 100-90 procent. Omdat veel mensen de eerste jaren na hun pensionering actiever zijn dan op lagere leeftijd kan deze regeling interessant zijn.
  5. U kunt de regelingen combineren.
    Bijvoorbeeld eerder met pensioen en de hoog-laag-constructie gebruiken om een gelijkblijvend inkomen voor en na de AOW-datum te creëren. Pensioenfondsen hebben hiervoor meestal een handige rekentool op hun website.

Gerelateerde artikelen