‘We bespreken altijd de drie vorige nummers van het blad en denken mee over de komende drie edities: welke onderwerpen zijn interessant, wat kan beter? Soms leidt dat tot pittige discussies. We zijn met z’n achten en komen eens in de drie maanden bij elkaar. Maar tussendoor hebben we regelmatig contact via de mail.’
‘Wat dat me oplevert? Ik ben meer over dingen gaan nadenken. Het wordt allemaal minder vluchtig, je wordt telkens weer intensief bij een onderwerp betrokken. Je vraagt je af: waarom gaan dingen zoals ze gaan? Kan ik er invloed op uitoefenen? Dat maakt het voor mij waardevol. De opbrengst van mijn actieve lidmaatschap zit ‘m voor mij vooral daarin: dat ik betrokken blijf. Ook ik heb me hardgemaakt voor onderwerpen waar ik meer aandacht voor wilde: elektrische mountainbikes bijvoorbeeld, maar ook thema’s als dementie, LHBT+ binnen geloofsgemeenschappen of de gordelroosvaccinatie. Ik vind het belangrijk dat we als vereniging onderwerpen aansnijden die écht spelen – ook bij jongere ouderen. Zelf voel ik me nog wat te jong voor de klassieke ANBO-PCOB-middagen. Ik ben actief in de kerk en fiets veel. Bovendien hebben we twaalf kleinkinderen en zijn we oppasoma en -opa. Daar gaat ook veel tijd in zitten.’




