Proces
ANBO-PCOB heeft zich voor de uitoefening van het hoorrecht in juni 2023 gemeld bij de sociale partners van het fonds. Eind januari 2024 ontving ANBO-PCOB het concept transitieplan. In maart is hierover een gesprek geweest met onder andere sociale partners. Na dit gesprek had ANBO-PCOB nog enkele aanvullende vragen, die per 4 juli door sociale partners zijn beantwoord. ANBO-PCOB heeft ook met het Verantwoordingsorgaan van het fonds gesproken over het concept transitieplan. Op 11 juli heeft ANBO-PCOB het oordeel over het concept transitieplan uitgebracht. Hierop hebben sociale partners op 30 juli schriftelijk een reactie gegeven.
Resultaat
Naar aanleiding van het oordeel van ANBO-PCOB hebben sociale partners in het concept transitieplan meerdere aanpassingen aangebracht ter verduidelijking van de tekst. Verder geen inhoudelijke wijzigingen in de regeling zelf. In het oordeel heeft ANBO-PCOB met name aandacht gevraagd voor een betere koopkracht van de pensioenuitkeringen en een evenwichtigere verdeling van het fondsvermogen.
Betere koopkracht
Volgens het concept transitieplan kan de koopkracht van de pensioenuitkeringen naar verwachting op langere termijn een gemiddelde inflatie van 2% bijhouden. Dus dat ziet er dus goed uit. Maar een belangrijke reden hiervan is dat direct bij de omzetting naar het nieuwe stelsel de pensioenuitkeringen éénmalig met 9,5% worden verhoogd. Dit is mogelijk omdat in de berekeningen ervan is uitgegaan dat de dekkingsgraad op moment van omzetting 130% is. Is dat scenario krijgt een gepensioneerde op het moment van overgang direct een deel van deze overwaarde in zijn eigen pensioenpot gestort. Maar na deze éénmalige hoge storting is zichtbaar dat de uitkeringen op een termijn van 10 tot 15 jaar de inflatie niet kunnen bijhouden.
ANBO-PCOB heeft sociale partners verzocht om dit te repareren. Zij gaven daarop aan dat dit mogelijk is door in de uitkeringsfase meer risico te nemen met de beleggingen. Maar dat past volgens sociale partners niet bij de vastgestelde risicohouding van de deelnemers.
Evenwichtigere verdeling vermogen
In het concept transitieplan wordt pas bij een dekkingsgraad boven de 130% iets gedaan aan de indexatieachterstand uit het verleden. Vooral gepensioneerden ondervinden nadeel van deze gemiste indexatie. Dit kan bij de omzetting naar de nieuwe regeling uit het vermogen (deels) worden gerepareerd, maar sociale partners geven hier geen voorrang aan.
Daarnaast krijgen gepensioneerden in het plan een lager percentage mee van het vermogen dat resteert na invulling van alle doelen dan de jongeren. De reden hiervan is dat er in de berekening een 10-jaars spreidingstermijn wordt gebruikt. ANBO-PCOB vindt dat er geen reden is om gepensioneerden op basis van leeftijd minder van dit vermogen mee te geven. Juist ook omdat dit vermogen grotendeels is ontstaan uit en door het vermogen dat de gepensioneerden hebben opgebracht. Een kortere termijn acht ANBO-PCOB evenwichtiger, omdat het vermogen dan meer gelijk over eenieder wordt verdeeld. Sociale partners houden echter vast aan het gebruik van de 10-jaars termijn.
Het door ANBO-PCOB uitgebrachte oordeel over het transitieplan en de reactie hierop van sociale partners kunt u hieronder downloaden. Het transitieplan zelf kunt u op de website van het pensioenfonds vinden.