Pensioenfonds Vervoer

Pensioenfonds Vervoer

anbo-pcob-pensioenfonds-vervoer

Eindoordeel
Bij het uitoefenen van het hoorrecht hebben sociale partners van het Vervoer ruim aandacht gegeven aan de inbreng die ANBO-PCOB had op het concept transitieplan. Per saldo vindt ANBO-PCOB wel dat het plan mogelijk nog wat evenwichtiger zou kunnen uitkomen door een andere verdeling van het fondsvermogen toe te passen.

Proces
ANBO-PCOB heeft zich voor de uitoefening van het hoorrecht in juni 2023 bij sociale partners van pensioenfonds Vervoer aangemeld. Voorwaarde voor toelating was dat ANBO-PCOB moest aantonen dat het minimaal 1000 gepensioneerden bij Vervoer vertegenwoordigt. Uiteindelijk kon dit door ANBO-PCOB worden aangetoond. Daarna is er in augustus 2023 over het concept transitieplan een gesprek geweest met sociale partners van Vervoer. In september heeft ANBO-PCOB een oordeel hierover aan sociale partners uitgebracht, die op hun beurt in oktober hierop een reactie hebben gegeven.

Resultaat
Sociale partners hebben naar aanleiding van het oordeel van ANBO-PCOB geen aanpassingen in het concept transitieplan aangebracht. In het oordeel heeft ANBO-PCOB onder andere aangegeven dat de koopkrachtontwikkeling van de pensioenuitkeringen mogelijk beter kan en dat de verdeling van het fondsvermogen evenwichtiger kan. Sociale partners van Vervoer hebben hierop aangegeven dat het verder de bevoegdheid van het pensioenfondsbestuur is iets te doen met de aanbevelingen van ANBO-PCOB.

Koopkracht
ANBO-PCOB vindt dat er in het concept transitieplan vooral wordt gekeken naar de ontwikkeling van de nominale pensioenuitkeringen. ANBO-PCOB acht het minstens zo belangrijk om na te gaan of de pensioenuitkeringen op de langere termijn de inflatie kunnen bijhouden, ofwel of het pensioen koopkrachtig is. Dit kan worden bereikt door voldoende rendement op het vermogen te behalen. Het vermogen zal daartoe voldoende risicovol moeten worden belegd. Sociale partners gaven aan de koopkracht van het pensioen ook van belang te vinden, maar dat het pensioenfondsbestuur gaat over de inrichting van de beleggingsmix.

Evenwichtigere verdeling fondsvermogen
In het plan krijgen gepensioneerden een lager percentage mee van het onverdeelde vermogen dan de jongeren. De reden hiervan is dat er bij de verdeling van het onverdeelde vermogen wordt gerekend met een 10-jaars spreidingstermijn. ANBO-PCOB vindt dat er geen reden is om gepensioneerden op basis van leeftijd minder van dit vermogen mee te geven. Juist ook omdat dit vermogen grotendeels is ontstaan uit en door het vermogen dat de gepensioneerden hebben opgebracht. Met het hanteren van een kortere spreidingstermijn wordt het onverdeelde vermogen gelijkmatiger over ieder deelnemer verdeeld. Sociale partners gaven hierop aan dat het aanpassen van de 10-jaars spreidingstermijn de bevoegdheid is van het fondsbestuur.

Het door ANBO-PCOB uitgebrachte oordeel over het transitieplan en de reactie hierop van sociale partners kunt u hieronder downloaden. Het transitieplan zelf kunt u op de website van het pensioenfonds vinden.

Oordeel transitieplan Vervoer

Download

Vervoer reactie sociale partners

Download